In februari 1938 werkt Marcus Pais inmiddels bij Bakker Westra in de Weesperstraat 76. Of dit wel klopt is maar de vraag, ik heb geen bakker Westra kunnen traceren. Uit het dossier blijkt dat Marcus het zijn werkgever niet makkelijk heeft gemaakt. Hij wordt zelfs ontslagen. De ambtenaar van Het Bureau stelt een onderzoek in naar wat er nu precies is voorgevallen. De 18 jarige zoon die bij een bakker werkt, is ontslagen omdat hij niet aan de eisen zou hebben voldaan. De werkgever wordt om inlichtingen gevraagd. Dat lukt overigens pas na lang aandringen. De patroon opende een dusdanig zonderegister van het jonge mens dat ontslag wel degelijk aan eigen schuld is te wijten. Hij was ontzettend brutaal en hij zette de andere jongens tot staking aan. Zij gingen zelfs het brood te licht maken en vervolgens aangifte doen bij de keuringsdienst opdat de patroon bekeurd zou worden. Dit allemaal op aandringen van het jonge mens. Verder kwam hij regelmatig te laat. Vader een zoon hebben reeds een ‘stand’ voor de deur gemaakt: ‘dat hij wel nader zou horen indien aan de ambtenaar van de Maatschappelijke Steun slechte informaties zouden worden gegeven’.
Het dossier geeft alleen deze versie. Wat de opvatting van vader en zoon is, is niet opgenomen in het dossier. In ieder geval gaan ze niet verder in beroep. Of dat komt omdat zij ongelijk hebben, of omdat zij de juiste procedures niet kennen, we zullen het nooit weten.
In februari 1938 heeft het gezin Pais een tijdelijke huisgenoot. Het gaat om een nichtje, een mejuffrouw De Leeuw, zij betaalt een bijdrage van fl.10,- per maand. Zij is een dochter van een zuster van Joseph: Barbara Polk die getrouwd was met Meijer de Leeuw. Dit gezin woonde in Amsterdam en al hun kinderen, waaronder hun zes dochters. Welke dochter kort in Amsterdam heeft verbleven is mij onbekend. In ieder geval is zij niet bijgeschreven op de woningkaart. Ook dit geeft weer problemen met Het Bureau. Omdat er nu sprake is van meerdere inkomens moet er vol worden gekort op het steunbedrag. De korting is fl.1,- per week.
Marcus is niet bij de pakken neer gaan zitten, hij heeft al snel weer een andere baan. Hij gaat aan de slag als ‘perser’ bij Moros & Schnitzer (Grossiers in regenjassen) in de St. Anthonies Breestraat 53. Kort daarna gaat hij in Haarlem werken, waar is niet bekend. Bij beide werkgevers wordt hij na korte tijd weer ontslagen. In beide gevallen gaat het om ‘gebrek aan werk’.
Marcus kiest er daarom voor om in militaire dienst te gaan als milicien (dienstplichtige). Hij wordt ingedeeld bij het 18e Regiment Infanterie te Amersfoort. Hij geeft aan liever in dienst te gaan dan werkloos. Hij komt op 25 mei 1940 uit dienst. Marcus vindt snel nieuw werk, hij gaat aan het werk bij de roeivereniging ‘Poseidon’ aan de Weesperzijde. Poseidon was een Joodse vereniging opgericht omdat Joden niet welkom waren bij andere roeiverenigingen. In 1941 werd Poseidon verboden, zie foto bovenaan. Tijdens de diensttijd van Marcus wil Joseph hem opzoeken. Joseph doet daarom een verzoek om te mogen gaan en hij krijgt toestemming én stempelverlof.
NAAR: Spitskopstraat 8 II – Het gezin van Joseph Pais (1)
OF NAAR: Spitskopstraat 8 II – Het gezin van Joseph Pais (11)