Esther (geboren op 27 september 1909) trouwt met David Sealtiel (geboren op 6 februari 1906) op 31 januari 1934. David is volgens zijn archiefkaart vertegenwoordiger bij een metaalgieterij. Toen hij werd gekeurd voor de militie noemde hij zichzelf ‘reiziger in ijzerwaren’. Hij had de zes klassen van de lagere school doorlopen. David was 1 meter en 635 mm groot. Hij werd op 24 maart 1925 geschikt geacht voor de dienst maar Buitengewoon Dienstplichtig verklaard.
Zij wonen in de Cronjéstraat 17 huis, ter oriëntatie, dit straatje ligt tussen de Transvaalkade en de Transvaalstraat. Daar wordt ook Martin geboren, op 19 mei 1935 hoewel in het familiebericht de datum 20 mei wordt genoemd. David Sealtiel verkocht lampenkappen, die door zijn echtgenote werden vervaardigd. Althans dit is wat in een kort berichtje op het Joodsmonument wordt vermeld.
David had tijdens de bezettingsperiode een Sperre, maar niet vanwege het feit dat hij vertegenwoordiger was. Op zijn kaart staan nogal veel afgekorte woorden (zie kaart v/d Joodse Raad). Maar ik vermoed dat hij namens de Portugees – Israëlitische Gemeente (de afkorting P.I.G.) en voor de Joodse Raad een soort van Inspecteur Buitenschoolse Jeugdzorg is geweest op sociaal – pedagogisch gebied. Het adres van dit Bureau was mogelijk: Plantage Parklaan 9 of het Afrikanerplein 19 (districtsbureau Oost). Op beide adressen zat De Joodse Raad. Wel opmerkelijk zijn de behaalde diploma’s: voorlezen en vertellen. Mogelijk had hij al voor 1940 belangstelling voor het onderwijs.
Op de kaart van Esther staat behalve dat zij getrouwd is met David Sealtiel ook dat zij gem. orthodox zou zijn. Gem. is misschien ‘Gematigd’? Hier wordt overigens ook bevestigd dat zij lampenkappennaaister is. Op 31 augustus 1943 gaan zij op transport naar Auschwitz. Martin wordt samen met zijn moeder op 2 september 1943 in Auschwitz vermoord. David Sealtiel wordt bij aankomst uitgeselecteerd voor een werkkamp. Hij wordt op 30 juni 1944 vermoord in Warschau (bron: archiefkaart).
David was het tiende kind van Barend en Sara. Hij wordt geboren op 3 februari 1913 en zal als enige van de kinderen de oorlog overleven. Hij is nog wel gekeurd voor de militiedienst, maar vanwege broederdienst vrijgesteld. Toen hij werd gekeurd, werkte hij als slagersknecht en woonde hij bij zijn ouders in de Spitskopstraat 4 huis. Hij had zes jaar lagere school doorlopen. Volgens zijn archiefkaart heeft hij onder andere gewerkt als slager, kleermaker, vishandelaar en winkelier. Van hem is nog wel een kaart van de Joodse Raad waarop wordt aangegeven dat hij in oktober 1942 op transport zou zijn gegaan. In zijn geval wordt niets vermeld over zijn terugkeer, maar hij heeft de oorlog in ieder geval overleefd. Hij overleed in 1992.
NAAR: Spitskopstraat 8 I – Het gezin van Barend Waterman (1)
OF NAAR: Spitskopstraat 8 I – Het gezin van Barend Waterman (16)