Op 18 mei 1927 overleed m’n grootmoeder en ik ben snel daarna op de helling gezet. Ik werd geboren op 3 april 1928. De oudste herinneringsbeelden uit m’n eerste jaren? Laat ik eerst even vaststellen dat ik 2 jaar en 9 maanden was, toen we eind januari 1931 verhuisden naar de Amstelveenscheweg 797.
M’n eerste herinnering aan dat nieuwe huis. Ik ging met m’n ouders op een vroege avond voor de vrijblijvende bezichtiging van het huis. Dat moet dus in pakweg najaar 1930 zijn geweest. De tochtdeur van glas, waarin een bladachtige afbeelding was geslepen, maakte indruk op me. Ook de bewoonster die in de gang stond bij de keukendeur en zwart haar had, weet ik nog goed: niet zo groot, vrij jong en mooi, ze lachte heerlijk en ik was toen voor het eerst nou ja, laat ik zeggen verliefd (en nu, 76 jaar later, nog wel een beetje?). Even later zag ik achter de ruitjes van de keukenbuitendeur een wit hondje blaffen.
We verhuisden. Terwijl het Reaumurstraatse huis leeg was, en de inboedel op de brandstoffenauto van buurman De Rooij was geladen, stond ik nog even in de keukendeur. Er was een meisje in de tuin naast me, zowat zo klein als ik, en ze stond bij een teil waarin roze ondergoed lag te weken. Ze viel er achterover in. Sindsdien heb ik een weerzin tegen roze directoires.
M’n volgende herinneringsbeeld: de auto staat aan de linkerzijde van de weg voor ons nieuwe huis en wordt uitgeladen. Toen was de Amstelveenscheweg nog een smalle kinderhoofdjesweg met bomen, sloten, voortuintjes erlangs. Ik zie een grote, wat koepelvormige mand van bruin riet, met enkele kippen erin, op de wagen. Later zou m’n moeder me vertellen dat een kip een ei tijdens de rit had gelegd.
Eerste herinneringen
Ik zie een meisje in de tuin naast me, zowat zo klein als ik.
2527 keer bekeken