Salomon (geboren op 26 februari 1901) trouwt op 22 juli 1931 met Branca Bed (geboren op 1 december 1906). Salomon werd in 1921 goedgekeurd voor de militie. Hij was 1 meter en 669 mm. groot. Hij werd ingelijfd bij de 4e compagnie Pantser Fort Artillerie te Muiden. Een jaar later werd hij overgeplaatst naar het nieuw gevormde Regiment Kust Artillerie. Volgens de archiefkaart zou Salomon marktkoopman zijn geweest en zou hij handelen in manufacturen. Een ander beroep dat wordt genoemd is kleermaker. Op de kaart van de Joodse raad staat aangegeven dat hij ‘verzorger van de elektrische installaties van het Trenshuis’ was. Salomon wordt vervolgens technicus genoemd. Lees hier meer informatie over het Trenshuis.
Op 16 augustus 1933 wordt hun zoon Philip geboren. Tot maart 1937 heeft het gezin voor een korte periode in Zandvoort gewoond. Op 13 maart van dat jaar is het gezin van Salomon verhuisd naar de Plantage Parklaan, nummer 4 een hoog. Salomon komt samen met vrouw en kind op 24 februari 1943 aan in Kamp Vught. Hij wordt volgens informatie op zijn kaart ingezet in Moerdijk. Branca en hun zoon Philip blijven achter als een soort van gijzelaar (om te voorkomen dat Salomon zou vluchten).
Op de website van Het Joodsmonument valt te lezen dat Philip Waterman in juni 1943 met het zogenoemde kindertransport uit Vught via Westerbork op transport werd gesteld naar Sobibor. Hij wordt daar op 11 juni 1943 vermoord. Branca gaat met hem mee en wordt op dezelfde dag vermoord. Salomon wordt op een maand later gedeporteerd en op 9 juli 1943 in Sobibor vermoord.
Femmie is de derde dochter na Debora en Mietje. Femmie is geboren op 31 maart 1903. Zij zou trouwen met Abraham Cohen op 5 januari 1927. Abraham was in Amsterdam geboren op 9 mei 1901 als zoon van Urie Cohen en Rebekka Mozes, respectievelijk geboren in Wildervank en Hoogezand.
Op 5 november 1920 wordt Abraham vrijgesteld van de dienstplicht door de ‘Militieraad’ vanwege de broederdienst. In dat jaar was hij al werkzaam als lompensorteerder, het beroep dat hij zou blijven uitoefenen. Verder wordt vermeld dat zijn vader al is overleden en dat hij 1 meter en 605 mm groot was. Wonen deden ze in Amsterdam Oost, bijvoorbeeld in de Sparrenweg, de Transvaalstraat, de Danie Theronstraat de Christiaan de Wetstraat 22 en als laatst adres de President Brandstraat 4 twee hoog (dat is op de hoek van de Chr. De Wetstraat). Femmie en haar Abraham kregen samen twee dochters: Rebekka (geboren op 6 mei 1928) en Selma (geboren op 9 januari 1931).
In 1939 vieren de Abraham en Femmie (hier Femma genoemd) hun 12½ jarig huwelijksfeest. Daar is een familiebericht van terug te vinden, alleen uit naam van dochter Selma. Treurig genoeg blijkt dat hun dochter Rebekka op 28 maart 1930 is overleden. Bij hun inwonend was de moeder van Abraham: Rebekka Cohen - Mozes, zij was al weduwe vanaf augustus 1909.
Het gezin Cohen - Waterman worden op 2 juli 1943 in Sobibor vermoord. De moeder van Abraham is al iets eerder, namelijk op 13 april 1943 in Sobibor vermoord.
NB. Gezien de grote hoeveelheid kaarten / afbeeldingen staan ze deels onderaan!
NAAR: Spitskopstraat 8 I – Het gezin van Barend Waterman (1)
OF NAAR: Spitskopstraat 8 I – Het gezin van Barend Waterman (13)