Spitskopstraat 8 I – Het gezin van Barend Waterman (4)

Het dossier Burgerlijk Armbestuur etc.

Verteller: Frits Slicht Frits Slicht
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Spitskopstraat
Eetzaal voor behoeftige leerlingen, bron Ons Amsterdam van 3 maart 2017

Eetzaal voor behoeftige leerlingen, bron Ons Amsterdam van 3 maart 2017

Situatie 1917

Barend Waterman is volgens het dossier werkzaam als sigarenmaker. Hij werkt bij de firma Lokin & Weisz in de Sint Nicolaasstraat, nummer 45047. Hij verdiende als sigarenmaker het bedrag van fl.14,- per week.

Advertentie voor Lokin en Weisz, sigarenmakers gevraagd, bron: De Courant van 29 mei 1911

Advertentie voor Lokin en Weisz, sigarenmakers gevraagd, bron: De Courant van 29 mei 1911

Volgens de later opgemaakte archiefkaart was Barend ‘zonder beroep’. Waarschijnlijk heeft dit te maken met het feit dat deze vorm van registratie in 1939 werd ingevoerd. Barend is dan ongeveer 67 jaar oud. Of hij een vorm van ouderdomsrente ontvangen heeft, is onbekend. Behalve uit Barend (geboren op 26 mei 1872), bestaat het gezin uit zijn vrouw Sara en negen thuiswonende kinderen. De oudste dochter Deborah is al getrouwd en woonachtig in de Nieuwe Uilenburgerstraat. Twee kinderen zijn zoals eerder vermeld op jonge leeftijd overleden.
Menk en Zn, Grootwerkers gezocht De Courant van 16 okt. 1911

Menk en Zn, Grootwerkers gezocht De Courant van 16 okt. 1911

Van de negen kinderen werken er al drie. Mietje werkt als kleermaakster bij Menk & Zn. (Singel 29) en verdient fl.13,- per week. Salomon werkt als leerling sigarenmaker bij Tak in de Kromme Houtstraat 19 en verdient daar fl.3,50. Nu is er het feit dat de Kromme Houtstraat niet bestaat en niet heeft bestaan. Er is wel een sigarenhandelaar J. Tak aan het Waterlooplein 86, dat was op de hoek van de Lange Houtstraat. Femmie leert voor pantoffelmaakster bij Polak op het Waterlooplein, nummer 48. Haar verdiensten bedragen fl.1,- per week.
Advertentie over een bijeenkomst over de eetzalen voor schoolkinderen. Bron: Het Volk van 21 november 1916

Advertentie over een bijeenkomst over de eetzalen voor schoolkinderen. Bron: Het Volk van 21 november 1916

Drie jongere kinderen (Rachel, Abraham en Esther) zitten nog op school en maken gebruik van ‘de eetzaal’. Op welk school zij zaten is onbekend, maar het ging niet om de Joodse Amenschool. Zij kwamen pas in 1918 met een eigen eetzaal: “Een heugelijk feit kan de Nederl. Isr. Godsd. Armenschool in haar annalen opteekenen. Sedert eenige dagen krijgen de schoolkinderen, die aan warme spijzen behoefte hebben, iederen middag een voortreffelijken dampenden maaltijd. Het is een hartverheffende gedachte zoovele jongens en meisjes in eenige zalen rondom een heerlijke disch vereenigd te weten en hun van tevredenheid stralende gezichten te zien. De aangeboden spijzen zijn dan; ook van zeer goede kwaliteit en heerlijk toebereid.” Bron: het NIW van 19 juli 1918

Het jongste kind, Mozes, is vier maanden oud en is onder behandeling van de polikliniek voor kinderziektes in het Binnengasthuis. David van vier en Samuel van twee gaan nog niet naar school. In 1922 wordt nog een meisje, Jeannette, geboren. 

Op 18 mei 1917 wordt een verzoek ingediend voor versterkende middelen. Het gaat om een liter karnemelk per dag voor Mozes (voor een periode van vier weken). Het verzoek wordt afgewezen omdat de ambtenaar vindt dat het gezin heel goed zelf in staat is om de karnemelk te betalen. De ambtenaar geeft ook nog een oordeel over het gezin. Volgens hem is er sprake van een rommelig huishouden zonder enige orde. Het gezin gaat gebukt onder financiële zorgen en heeft bijvoorbeeld een huurschuld van een week (fl.3,-). Het hoofd van het gezin bekommert zich weinig met de gang van zaken terwijl de kinderen ‘mede baasje spelen’. Ondersteuning vanuit de ouders van Barend en Sara is niet te verwachten. De beide vaders zijn reeds overleden. De overgebleven weduwen genieten een Ouderdomsrente van fl.2,- en wonen in bij een van hun kinderen. Na 1917 is er geen dossier meer. Dat houdt in dat het gezin het financieel zelfstandig heeft kunnen redden. Mogelijk door de verdiensten van de werkende kinderen. Hoe het hen is vergaan tot in de Tweede Wereldoorlog is onbekend. Om alle verhuizingen op een rijtje te zetten, lijkt mij niet handig of verstandig. 

Het loopt zoals met veel echtparen uit de Spitskopstraat slecht af. Opvallend is wel het grote verschil in dateringen kijkend naar hun aankomst In Westerbork en de deportatie daarna. Barend wordt op 20 maart 1943 in Sobibor vermoord, zijn vrouw Sara wordt op 13 november 1942 in Auschwitz vermoord.

Joodse Raadkaart Barend Waterman 1, bron: Arolsen Archives

Joodse Raadkaart Barend Waterman 1, bron: Arolsen Archives

Joodse Raadkaart Barend Waterman 2, bron: Arolsen Archives

Joodse Raadkaart Barend Waterman 2, bron: Arolsen Archives

Joodse Raadkaart Sara Waterman - Engelsman 1, bron: Arolsen Archives

Joodse Raadkaart Sara Waterman - Engelsman 1, bron: Arolsen Archives

Joodse Raadkaart Sara Waterman - Engelsman 2, bron: Arolsen Archives

Joodse Raadkaart Sara Waterman - Engelsman 2, bron: Arolsen Archives

NAAR: Spitskopstraat 8 I – Het gezin van Barend Waterman (1)

OF NAAR: Spitskopstraat 8 I – Het gezin van Barend Waterman (5)

Alle rechten voorbehouden

29 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe