Sushi, broodjes en veel plezier

The Food Factory

Verteller: Ebby en Ivy

Op de Von Guerickestraat runt John van Beusekom een cateringbedrijf met zijn vader. In alle rust en wanneer ze er zin in hebben. Je zou bijna vergeten dat in datzelfde pand ooit door twee kwajongens 65.000 broodjes werden belegd.

Dit is een van de verhalen die eerder gepubliceerd zijn op de website "Buurtwinkels" van het Amsterdam Museum. De verhalen die in Oost spelen zijn overgeplaatst naar het Geheugen van Oost, vanwege sluiting van de oorspronkelijke website. Dit is een verhaal uit 2011.

John-en-Jan-van-Beusekom-1416

John-en-Jan-van-Beusekom-1416


‘Kijk’, John van Beusekom (45) steekt trots zijn nieuwe vondst omhoog in het keukentje van zijn cateringbedrijf: een plastic houder met sushi. Dé manier om deze Japanse lekkernij te eten in de auto of op grote evenementen. Om de boel te verduidelijken maakt John nog een demonstratie op internet maar het principe is heel simpel: je trekt een stokje uit de houder en mengt daarmee de sojasaus en wasabi op de deksel, schenkt de saus over de sushi en plaatst het stokje terug. Dan druk je de sushi omhoog. Zonder morsen of vieze handen.

Zijn vader van 70 plakt ondertussen fluitend etiketten op een bestelling. Vandaag zijn het broodjes voor een bedrijfskantine. Maar de twee leveren ook aan particulieren en draaien party’s. Gemiddeld 400 à 500 broodjes per dag, vers afgebakken en met de hand gesmeerd. Aan klanten die hun diensten waarderen en alleen als ze er zin in hebben. Zo niet, dan slaan ze een dagje over.

Want John voelt een financiële rust sinds hij tien jaar geleden Neptunus Food verkocht. Het bedrijf legde zich toe op het beleggen, verpakken en distribueren van verse broodjes en sandwiches door heel Nederland. Toch staat hij nu weer op de plek waar hij ooit met zijn tweelingbroer Neptunus startte.

Waarom? Hij wil graag nog een paar jaar werken met zijn vader. Elkaar aan kijken en weten wat de ander denkt. Samen geinen en lachen. Maar ook omdat hij af en toe weer de kick wil voelen om een gigantische productie te draaien. Zoals laatst voor een feest van Joop van den Ende waarvoor ze sushi maakten voor 5000 genodigden. Toen stonden ze op deze plek met 30 man, in alle haast opgetrommeld, zij aan zij sushi te maken.

‘Hier op de van Guerickestraat 66 is het allemaal begonnen’, zegt John met een kwajongensachtige blik in zijn ogen. ‘In dit pandje had mijn oma een rijwielstalling. Dat duurde niet lang: ze kon er nauwelijks een droge boterham aan verdienen. Toen mijn vader in de zaak kwam, werd het een loodgieterbedrijf en daarna een zaak in huishoudelijke artikelen. Een soort Winkel van Sinkel. Alles was er te koop. Maar je kon er ook wasmachines huren. We hadden tien van die vierkante Hoovertjes, die op de bakfiets naar de klant werden gebracht. Je betaalde per uur.’

Moest hij veel helpen in de zaak? John schudt zijn hoofd. ‘Nee, ik was te jong. Af en toe hielp ik mijn moeder op de speelgoedafdeling. Dan boog ik op woensdagmiddag hoelahoeps van elektronpijpen, versierd met gekleurde tape. Die deden het net zo goed als die uit de fabriek. Ze waren alleen goedkoper.’

Verder konden John en zijn twee broers en twee zussen hun eigen gang gaan. Helemaal toen pa en ma van Beusekom de winkel verhuisden naar de Jan van Galenstraat omdat de zaken in de Wetbuurt terugliepen. De opslag bleef in dit oude winkelpand en John en zijn broers sleutelden er aan brommertjes. ‘Of we verklooiden onze tijd. Met een groep jongens geinen met gettoblasters. Goed voor een hoop herrie en criminaliteit. De naam Van Beusekom doet bij sommige huizen nog steeds de gordijnen dichtgaan.’

Dat het goed afliep, was te danken aan een ouderwetse viskar die tweelingbroer Kees voor een paar tientjes op de kop tikte. Die zette de jongens op het rechte spoor. Café Hoppe was een van de eerste vaste stekkies: de eigenaar gaf elke 3 maanden een gratis harinkje aan vaste klanten en John en Kees werden de leveranciers. Daar vroeg een trouwe bezoeker de broers of ze geen broodjes wilden leveren aan zijn pompstation. ‘We komen wel wat brengen’, antwoordden ze laconiek.

verse sandwiches

verse sandwiches

Het begon met twintig broodjes, het werden er 65.000. De brommers maakten definitief plaats voor boter, broodjes en beleg. Uiteindelijk kwam de hele familie smeren. De broers groeiden uit het pand en lieten een fabriek bouwen in Amsterdam-Zuidoost: een gebouw van 2500 m2, 30 vrachtwagens voor de deur en een omzet van 18 miljoen gulden.

Als 23 jarige broekies draaiden de broers volop mee in de zakenwereld. Ze reden in mooie auto’s en werden net als hotshots uitgenodigd in de skybox van Ajax. Maar ze bleven straatjongens. Dat was ook de sleutel tot hun succes. Ze waren nooit in pak en hadden de woorden van pa van Beusekom goed in hun oren geknoopt: ‘wees maar jezelf, dat is goed genoeg.’

Al was er even een moment dat ze zich niet meer goed genoeg voelden. ‘We zaten elkaar aan te staren in een groot kantoor boven de fabriek en realiseerden ons dat we tussen de mensen hoorden. Dat we het meeste lol hadden als we zomaar een dagje mee konden draaien in de productie. Dat kon niet meer, daarvoor waren we te groot geworden.’

Toen Johma vlak daarna een royaal aanbod kwam om Neptunus over te nemen, hoefden ze dus niet lang na te denken. ‘We waren 35 jaar.’ Om daar lachend aan toe te voegen: ’En nu sta ik weer hier in de von Guerickestraat.’

‘Ik heb alles wat mijn hartje begeert. Alles wat ik aanraak zou ik kunnen kopen. Maar ik besef tegelijkertijd dat het daar niet om draait. Je kan maar in één huis tegelijk wonen, in één auto rijden of in één boot varen. Mijn tweelingbroer woont in een grote boerderij en is bij de vrijwillige brandweer gegaan. En ik: ik kan niet stilzitten. Dus toen ik in Hongkong op vakantie was met mijn gezin en daar tien miljoen Chinezen zag lopen met in de ene hand hun mobiele telefoon en in de andere een sushi in simpele verpakking, dacht ik: dat moet ik naar Nederland halen. Of het wat wordt, weet ik nog niet. Maar het houdt me in elk geval van de straat.’

bordje von Guerickestraat 66 - "wie zaait zal oogsten"

bordje von Guerickestraat 66 - "wie zaait zal oogsten"

Lees ook: De middenstand in de Wetbuurt (1)

Alle rechten voorbehouden

99 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe