Als Willem de aanvraag voor steunverlening indient is hij 25 jaar oud. Willem heeft enige tijd gewerkt bij Wonsoff & Vogel aan de Nieuwe Keizersgracht 82 tegen een uurloon van fl.0,72. Willem was in tegenstelling tot zijn tweelingbroer Isaäc afgekeurd voor de militie. Hij was met zijn 1 meter en 530 mm ruim 6 cm kleiner dan zijn broer. Isaäc werd wel goedgekeurd en heeft zijn diensttijd bij de infanterie volbracht.
Afwijzing
De aanvraag om steun wordt afgewezen, het is niet helemaal duidelijk waarom. Mogelijk heeft het te maken met het feit dat Willem, volgens de ambtenaar, niet als kostwinner van het gezin kan en mag worden gezien. Ook het feit dat de jongste zoon (Barend) wordt ontslagen wordt niet meegewogen. Ook Willem is voor korte of langere tijd venter geweest en van hem zijn marktkaarten met foto (zie boven)!
Barend, de jongste zoon, wordt volgens het dossier vanaf januari 1931 invalide genoemd. De oorzaak van de invaliditeit wordt niet genoemd. Uit het militieregister blijkt echter dat hij een oogaandoening had. Genoteerd wordt aandoening 177 wat zoveel wil zeggen als ‘blaasworm (cysticercus) en andere entozoa in het oog’. Vanwege deze aandoening werd hij afgewezen voor de militie. Verder werd genoteerd dat hij 1 meter en 578 mm groot was en werkzaam was als ‘looper’. Hij krijgt een uitkering van fl.125,58 per jaar (per week is dit fl. 2,41).
Dochter Rachel woont ook nog thuis en werkt bij een firma Broekhuysen in de Jodenbreestraat, nummer 23. Willem is na 1924 lang werkloos geweest maar heeft op een gegeven moment toch weer werk gevonden, waar is niet bekend. Wat verder opvalt, is dat het overlijden van Mozes Bruinvels in 1931 wordt gesteld op 1918. De aanvraag voor onderstand wordt afgewezen omdat het gezinsinkomen ‘boven het tarief’ zit.
De drie niet meer thuiswonende kinderen kunnen niet bijdragen. Kalman die schoenstikker is, doet ‘niets’ in dit vak. Zijn vrouw is kleermaakster aan huis. De ambtenaar stelt dat Kalman thuis helpt. Zij hebben twee kinderen en ontvangen Maatschappelijke Steun. Kalman helpt zijn moeder nu en dan ‘in natura’. Kalman en zijn gezin wonen in de Pieter Maritzstraat, nummer 11. Isaäc is inmiddels ook getrouwd en heeft een kind, ook hij ontvangt Maatschappelijke Steun. Net als zijn broer Willem staat hij op de markt, maar een dikke boterham is het niet. Hij woont naast zijn broer Kalman, op nummer 9.
Dochter Marianne is gehuwd met Rapheel Presser. Rapheel is als los werkman werkzaam in de brandstoffen handel. Het gezin woont in de Retiefstraat 70, later verhuizen zij naar de Magersfonteinstraat 5.
Eindelijk steun
Als Willem in juli 1931 werkloos wordt, krijgt men eindelijk onderstand, een bedrag van fl.3,- per week. Als het inkomen van Rachel daalt, wordt de onderstand verhoogd naar 4 gulden. Op 29 juni 1932 wordt, zonder opgaaf van reden, de Invaliditeitsrente van Barend ingetrokken. Dat betekent wel dat het steunbedrag wordt verhoogd naar fl.5,25. Zowel Barend als Willem moet nu stempelen.
NAAR: Spitskopstraat 6 II – Het gezin van de weduwe Bruinvels – Moscou (1)
OF NAAR: Spitskopstraat 6 II – Het gezin van de weduwe Bruinvels – Moscou (5)