Spitskopstraat 6 I – Het gezin Grishaver (4)

Joseph meldt zich op 7 maart 1932 bij Het Bureau met het verzoek om handelsgeld, hij wil ‘uit venten gaan’. Helaas kan hij niet aangeven in welke richting hij denkt. Zijn motivatie wordt niet al te hoog ingeschat, daarbij zijn er al zoveel venters in Amsterdam. Zijn verzoek om handelsgeld wordt dan ook afgewezen. Opmerkelijk is de opmerking die daarbij wordt gemaakt in het dossier: “De belanghebbende wordt als alleenstaand toch spoedig afgevoerd”. Wat dit zou betekenen voor Joseph is niet helemaal duidelijk, we hebben het nog steeds over 1932. Een week of wat later komt er een rapporteur op huisbezoek. Deze ambtenaar constateert dat Joseph toch is gaan venten maar beweert geen verdiensten te hebben. De steun of onderstand wordt daarom per 25 maart 1932 stopgezet. Hoewel het niet duidelijk in het dossier staat, moet hij toch op een bepaald moment weer steun hebben ontvangen. Dat blijkt namelijk uit het feit dat er in oktober 1932 een ‘rondvraag in de buurt’ heeft plaatsgevonden. Volgens de buurtgenoten zou Joseph geld gestuurd krijgen ven een broer uit Londen. Gevolg: hij krijgt geen steun meer.

Joseph trouwt (1933), wie waren zijn schoonouders

Op 18 januari 1933 trouwt Joseph met Keetje Hes. Keetje is geboren in Amsterdam op 30 mei 1889. Ik heb geen huwelijksakte kunnen vinden. Zij gaan voorlopig inwonen bij de moeder van Keetje, de weduwe Bloeme Hes – Van Duijn. Zij waren getrouwd op 27 oktober 1875 (zie boven). Haar man Mozes Hes was overleden op 21 december 1930.

Samen kregen zij 11 kinderen, één zoon overleed kort na de geboorte. De Valkenburgerstraat was duidelijk ‘hun straat’, zij woonden daar op meerdere adressen. Uiteindelijk vertokken zij in 1927 naar de Transvaalbuurt om te wonen op Tugelaweg 125 I. Het gezin bestond toen nog uit drie personen. Een jaar later verhuisden zij naar de Ben Viljoenstraat 6 huis met een huur van fl.6,- per week.

Mozes Hes is nog gekeurd voor de militie, maar werd afgewezen wegens lichaamsgebreken. Hij zou een oorschelp missen. Vreemd genoeg wordt vermeld dat hij toch werd ingelijfd en wel op 7 mei 1877 bij het 7^de Regiment Infanterie. Of dit ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden? Verder had Mozes aangegeven dat hij werkte als venter. Hij was 1 meter en 654 mm groot, hij had een ovaal aangezicht, een breed voorhoofd, bruine ogen, een grote neus en mond en zwart haar. In de huwelijkakte staat verder nog vermeld dat Bloeme ‘dienstbaar’ was.   

NAAR: Spitskopstraat 6 I – Het gezin Grishaver (1)

OF NAAR: Spitskopstraat 6 I – Het gezin Grishaver (5)