Doortje Koopman wordt geboren op 25 december 1906. Zij krijgt op haar archiefkaart de aantekening “zonder beroep”. In de gezinskaart van haar vaders staat dat zij als kleermaakster werkte. Zij trouwt op 2 januari 1929 met Isaäc Parijs (geboren op 10 maart 1905).
Isaäc is de zoon van Salomon Parijs en Esther Polk. Toen Isaäc werd gekeurd voor de militie woonde hij net als zijn latere vrouw in de Spitskopstraat (op nummer 9). Hun verhaal is hier te lezen: Het gezin Parijs (7)
Mozes Koopman is geboren op 27 februari 1909. Hij trouwt op 27 februari 1936 met Anna van Leeuwen (geboren op 1 juli 1916). Dankzij het militieregister weet ik dat Mozes na zeven jaar lagere school een vierjarige opleiding heeft gehad op een Grafische School en daar ook een diploma heeft gehaald. Mozes was een lange jongeman met zijn lengte van 1 meter en 795 mm. Zijn beroep is letterzetter, later door of bij het Joodsmonument gecorrigeerd naar machinezetter. Hij wordt goedgekeurd op 2 mei 1928 en ingedeeld bij het 18e Regiment Infanterie per 20 maart 1929. In de laatste kolom weer een hele serie aantekeningen over zijn diensttijd, o.a. over het Groot Verlof.
Opvallend genoeg is er, net als bij de eerder genoemde Isaäc Parijs van hem geen archiefkaart. Van Mozes is in ieder geval nog wel een zogenaamde verwijzingskaart. Aanvankelijk kon ik geen gezinskaart vinden, maar dat lag aan het Stadsarchief. Waarom, omdat men het geboortejaar 1909 heeft gelezen en genoteerd als 1919. Het adres waar Mozes en zijn vrouw woonden was Pretoriusstraat 45II, zijn beroep letterzetter. Op dit adres wordt ook hun zoon Louis geboren. Op 31 oktober 1939 verhuizen zij naar de Transvaalstraat 128 huis. Op de woningkaart van dit laatste adres staat dat hij daar alleen zou wonen. Gelukkig blijkt dit anders te liggen, want Anna heeft wel een eigen archiefkaart en daaruit blijkt dat zij wel degelijk met Mozes is meeverhuisd. Op de kaart van de Joodse Raad van vader Mozes vond ik de geboortedatum van zoon Louis: 13 mei 1938.
In 1941 woonde het gezin in de Transvaalstraat op nummer 128 huis. Op de kaart van de Joodse Raad zag ik dat Mozes op 17 augustus 1944 in Westerbork is aangekomen en dat hij op transport is gegaan naar Auschwitz op 3 september 1944. Dit is ook het transport van het gezin van zijn zuster Gesina.
Op de kaart staat verder aangetekend dat hij per 18 januari 1945 uit Auschwitz zou zijn vertrokken. Volgens de gegevens van het Joodsmonument is Mozes vermoord op 28 februari 1945 (Extern Kommando Gusen, onderdeel van Mauthausen). Bij de Arolsen Archives heb ik daar geen gegevens of bewijs voor kunnen vinden.
Anna Koopman – Van Leeuwen en haar zoon Louis overleven de oorlog
Anna gaat op hetzelfde transport als haar man, maar van haar is bekend dat zij per 1 januari 1945 naar Theresiënstadt is gedeporteerd. Op de kaart staat verder dat zij op 11 juni 1945 is teruggekeerd in Amsterdam en dat haar adres Transvaalstraat 71 is. Van Louis is ook een kaart van de Joodse Raad, of hij is gedeporteerd of dat hij was ondergedoken, is onbekend bij mij. Uit de kaart blijkt in ieder geval dat hij na de oorlog weer bij zijn moeder terugkeert. Anna is na de oorlog hertrouwd met Samson van Emrik, helaas is hij al in 1950 komen te overlijden.