In 1910, als Nathan 19 jaar oud is, wordt hij gekeurd voor de militie. Hij is dan werkzaam als lompensorteerder. Hij is 1 meter en 654 mm groot en verder gezond, hij wordt ‘ter dienst aangewezen’. Of hij ooit gediend heeft is niet bekend, er is niets ingevuld. In het jaar dat zijn vader Emanuel komt te overlijden trouwt Nathan met Duifje Swaab op 10 september 1913. Ze zijn 22 respectievelijk 23 jaar oud. Zij krijgen vier kinderen: Heintje geboren op 3 juli 1914, Marie geboren op 22 september 1917, Emanuel geboren op 6 maart 1919 en Jonas geboren op 10 augustus 1921.
Voor zover valt na te gaan woonden zij eerst in de Vrolikstraat 363 op 3 hoog om kort daarna te verhuizen naar de 1ste verdieping. Hun vier kinderen zijn inmiddels allemaal al geboren. Uitgaande van de woningkaart van nummer 363 I waren er meerdere inwonenden. Onder hen de broer van Nathan, Meijer, en hun moeder met haar tweede echtgenoot Barend Scheffer. Meijer verhuist mee naar de eerste verdieping, de moeder en haar tweede man gaan naar de Nieuwe Kerkstraat 20 II (hoewel dit laatste adres niet meer op de gezinskaart van Barend Scheffer wordt genoemd).
Als Nathan en Duifje in 1917 verhuizen naar de Retiefstraat 116 III gaat de broer Meijer opnieuw mee. In 1928 verhuist hij naar de Jodenbreestraat, hij is in 1928 ook getrouwd met Sientje Scheffer (geen dochter van Barend). Volgens het dossier Maatschappelijke Steun van Nathan was er in de Vrolikstraat ook nog sprake van een inwonend gezin De Lange (zij betaalden een huur van fl.2,50). Ook de inwonende moeder van Nathan wordt genoemd. Als beide bronnen van inkomsten ‘weg zijn’, respectievelijk elders zijn gaan wonen, doet Nathan op 12 mei 1922 het verzoek om ‘bijslag’. Het gezin Neter krijgt een bedrag van fl.1,50 per week.
Werk en ontslag
Nathan is van beroep zakkenstopper of zakkenbewerker en was lid van de Nederlandse Vereniging van Fabrieksarbeiders. Hij was al lid vanaf 19 oktober 1925. Voor zijn eventuele aanvraag voor steun valt hij onder de “Commissie voor Steunverlening aan Crisis Werklozen”.
Nathan raakt namelijk per 11 november 1927 werkloos. Zijn laatste werkgever was de firma Swaan’s Jute- en Zakkenhandel De Omval van de gebroeders de Swaan. Hij verdiende een voor die tijd heel redelijk salaris, namelijk fl.30,- per week. Hij heeft dan een onafgebroken werkperiode van 97 weken gehad. Wel heeft hij gedurende 22 weken een stakingsuitkering gehad. De reden van ontslag is ‘slapte’. Een jaar later is er brand bij genoemd bedrijf. Lees hier meer over bij: JoodsAmsterdam.