David Mouwes is op 15 maart 1886 gekeurd voor de militie. David is, gezien mijn eerdere ervaringen met het militieregister, een forse man van 1 meter en 748 mm groot. Verder blijkt dat hij een ovaal gezicht had, een hoog voorhoofd met grijze ogen. Verder geen opvallende kenmerken, maar wel nog dat hij blond haar had. Hij meende in aanmerking komen om vrijgesteld te worden vanwege lichaamgebreken die overigens niet werden gespecificeerd. Hij werd ook gewoon goedgekeurd en ‘tot den dienst aangewezen’. David wist echter een plaatsvervanger te regelen, hoe is mij onbekend. De plaatsvervanger was een zeker Willem Bossenbroek. Volgens het militieregister was hij werkzaam als sigarenmaker. Hoe lang hij dit werk heeft gedaan is niet bekend, maar in 1898 werd hij lid van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond (ANDB).
Huwelijk(en)
Een jaar eerder was David getrouwd met Betje van Praag op 30 november 1897. Betje was toen nog werkzaam als naaister. Betje was geboren op 25 maart 1861 als dochter van Hijman van Praag en Schoontje Joachim Bing. De moeder van Betje was ten tijde van het huwelijk met David overleden. Hijman is vijf (zes?) keer getrouwd geweest. Zo trouwde hij in 1849 met Judic Hijman Bromet, in 1860 met Schoontje Joachim Bing, in 1870 met Judik Isaac Winnink, in 1882 met Hendrika Nerden, in 1887 met Ester Jacobs. Toen hij met Hendrika van Nerden trouwde was hij volgens de huwelijksakte weduwnaar van Helena van Lier. Maar van dit huwelijk heb ik geen akte gevonden.
Kinderen en tweede huwelijk
David Mouwes krijgt samen Betje zes kinderen: drie dochters (Schoontje, Sara en Roza) en drie zoons (Isaac, Hijman en Simon). Betje Mouwes – van Praag komt op 9 januari 1912 te overlijden op vijftigjarige leeftijd.
David Mouwes trouwt op 14 november 1912 voor de tweede keer, en wel met: Sara Koekoek (geboren in Den Haag op 28 juni 1871). Haar ouders waren Salomon Koekoek (winkelier) en Elisabeth van Creveld. Van dit tweede huwelijk heb ik geen huwelijksakte kunnen vinden (deze bevindt zich in het Noord-Hollands Archief). Sara Koekoek is opgeleid tot onderwijzeres. Volgend de ‘Overgenomen Delen’ was zij aanvankelijk werkzaam als ‘gezelschaps juffrouw’. In 1898, op 17 november, kwam zij naar Amsterdam om twee jaar later weer terug te keren. In die tussentijd woonde ze in de Sarphatistraat 55. Op 10 november 1903 komt zij opnieuw vanuit Den Haag naar Amsterdam.
Sara werkte als onderwijzeres in het Nederlands Israëlitisch Meisjesweeshuis. In 1911 (6 januari) is er een artikel in het Centraal Blad voor Isr. In Nederland waarin een mej. S. Koekoek wordt geprezen: “Onder leiding van mej. S. Koekoek, die steeds bij dergelijke feesten veel organiseerend talent ontwikkelt, werden eenige kluchtspelen door verschillende weezen vrij goed uitgevoerd”. In het Ned. Isr. Weekblad van 21 juli 1911 werd zij genoemd als hoofd van de “Naaiwinkel, afdeling Borduurwerk”. Volgens de Bijzondere Registers (archiefnummer 5000 en inv.nr. 2541) gaat zij in september 1912 naar Zaandam. Feitelijk gaat het hier om haar huwelijk met David. Dit huwelijk werd namelijk voltrokken in Zaandam. Zaandam was net als Weesp voor veel Amsterdamse joden een aantrekkelijke plaats om te trouwen omdat het huwen er veel goedkoper was. Daartoe moest men dan wel gedurende zes weken ingeschreven staan in het stadje (bron: JCK - Zaandam ). Tot haar huwelijk werkte zij in dit beroep bij het Nederlands Israëlitisch Meisjesweeshuis.