Wat er in de periode tussen de laatste afwijzing en begin 1941 heeft plaatsgevonden is onbekend. Uit een notitie van 6 maart 1941 blijkt dat een deel van het dossier zoek is. Het is dan ook volstrekt onduidelijk hoe het gezin Kool het hoofd boven water heeft gehouden na 31 december 1936. Hebben de kinderen hun ouders moeten steunen en konden zij dit wel?
1942
Uit de korte periode die het gezin, de familie, nog rest in Nederland blijkt dat er sprake is van een grote treurnis, in meerdere opzichten. Het dossier krijgt een dikke stempel “Armenraad” mee. Er wordt in augustus 1942 opnieuw een overzicht gemaakt van de mogelijke onderhoudsplichtige familieleden. Ook bij de kinderen en hun gezinnen is sprake van grote armoede. Met uitzondering van Barend worden alle nagetrokken familieleden aangeduid met ‘nihil’, zij kunnen met andere woorden niet steunen. Men is of venter met geringe inkomsten, of N.I. (Nederlands Israëlitisch) gesteund of M.S. (maatschappelijke Steun) gesteund. Een aangehechte, opgeplakte, tekst geeft als toevoeging ook nog eens de opmerking ‘naar Duitsland gedeporteerd’ of ‘vertrokken naar Duitsland’.
De zonen Abraham en Daniël zitten in een Joods werkkamp net als de zoon van hun zuster Jansje. Alleen van Abraham is bekend dat hij in het Joodse Werkkamp Gijsselte heeft gezeten. Over de zoon van Jansje wordt nog gezegd dat hij, Hijman: ‘is thuis gekomen omdat het gehele gezin naar Duitsland vertrekt met eerstvolgend transport’. Barend is dus de enige die in staat is zijn vader te steunen. Hij is weer aan het werk als stoffeerder en is inmiddels getrouwd. Hij woont in de Waverstraat 95 huis. Hij gaat zijn vader steunen met fl.3,- per week. Dit had wel tot gevolg dat de uitkering van Joseph met hetzelfde bedrag werd verlaagd. Het bedrag dat Barend bijdraagt, vervalt als het gezin, volgens het dossier op 28 juli 1942, naar Duitsland ‘vertrekt’.
Zoon Izak wordt helemaal niet genoemd. Hem is het treurige lot overkomen dat hij bij de grote razzia van februari 1941 werd opgepakt en uiteindelijk afgevoerd naar Mauthausen.
Het gezin wordt verder, in ieder geval vanaf april 1941, door het N.I. Armbestuur gesteund met fl.0,50 per week.De laatste opmerking in het dossier bestaat uit het beruchte strookje met de opmerking:
Wijk 3 – 101679 – J.Kool Spitskopstr.9 n.D. l.u. 11.3. (= 11 maart 1943).
Nog geen maand later zijn Joseph en Roosje in Sobibor vermoord.