Opvallend is de anonieme klikbrief uit 1924. De brief is niet alleen opvallend door het taalgebruik, maar ook omdat er in het hele dossier verder niet naar de brief wordt verwezen. De brief, in zeer beperkt Nederlands, vindt dat Joseph Kool geen enkel recht heeft op steun, in welke vorm dan ook. Volgens de schrijver zijn de zoons ‘nietsnutten’, die de hele dag maar staan te roken. Zij krijgen geld van hun vader. De dochter, welke is niet duidelijk, zou een ‘sloerie’ zijn. Zij zou hele dagen van huis zijn. Wordt er in andere dossiers nog wel eens onderzoek gedaan, hier lijkt ook de ambtenaar in te zien dat de inhoud niet serieus is te nemen. De brief is niet door mij gekopieerd.
Venten is een slechte broodwinning
In 1930 blijkt dat Joseph inmiddels een ventvergunning heeft. Maar deze vroege ventvergunning die hij via de Dienst Marktwezen moet hebben gehad, maar: Een kaartbestand betreffende ventvergunningen is nog niet geïnventariseerd. Bron: uitleg indexen SAA. Een latere kaart wel, die dateert uit 1934.
De zaken gaan niet goed, hij vraagt om handelsgeld. Om de aanvraag goed te kunnen beoordelen, onderzoekt de ambtenaar van Het Bureau de gezinssituatie. Er zijn, zo lijkt het, weinig onderhoudsplichtige familieleden die zouden kunnen steunen. Alleen de oudste dochter Jansje, inmiddels getrouwd met S. Turfreijer, wordt genoemd. Zij kunnen niet steunen, zij ontvangen zelf steun. Dat alleen Jansje als mogelijk bron tot bijdrage wordt genoemd is opvallend, er zijn inmiddels nog een aantal kinderen gehuwd: Rachel, Abraham, Daniël en Levie. Waarom hen niet om steun wordt gevraagd, is niet duidelijk. In het rapport omtrent gedrag, levenswijze, werkzaamheden enz. van aanvrager en gezinsleden wordt het volgende opgemerkt: “De man is van beroep lompenventer. Vroeger was hij diamantslijper, doch reeds negen jaar heeft hij dat vak vaarwel gezegd. Den laatsten tijd had de man geringe inkomsten en moet het gezin mede bestaan van de verdiensten van de kinderen, vooral van den zoon Barend die als stoffeerder ongeveer fl. 25,- per week verdiende en sedert acht weken werkloos is. Hij werkte in de Dijkstraat bij Elkan en De Vries. Activiteit van de Algemene Nederlandse Bond van Meubelmakers met de aanwezigheid van het koor Kunst en Strijd, bron: Joods Historisch Museum. Advertentie van kruidenier Blitz uit de Weesperstraat 69, bron: het NIW van 4 april 1930.
Op 3 december 1930 wordt hem een handelsgeld van fl. 20,- verstrekt.