Joseph Kool wordt geboren op 24 oktober 1872 in Amsterdam. Hij trouwt op 24 januari 1894 met Roosje Tas, geboren op 16 oktober 1868. In de huwelijksakte wordt hij arbeider genoemd. Toen hij werd gekeurd voor de militie werd hij nog werkman genoemd. Er werden geen gegevens genoteerd, mogelijk vanwege het feit dat hij enig zoon was en daarom direct werd vrijgesteld. Roosje is geboren op 16 oktober 1868. Zij krijgen in totaal negen kinderen. Eén kind met de naam Daniel overleed kort na de geboorte. Ongeveer anderhalf jaar later wordt opnieuw een zoon geboren, hij krijgt ook de naam Daniel. Joseph heeft gewerkt als diamantslijper en is lid van de Diamant bewerkers bond, de ANDB. Via de ANDB krijgt hij, als hij zonder werk raakt, een uitkering. De laatste uitkering die hij krijgt via de ANDB dateert van 21 mei 1921. Hij krijgt een zeker voor die tijd behoorlijk bedrag van fl.18,- per week. In 1921 woont het gezin, met zes nog thuiswonende kinderen, in de Uilenburgerstraat 29.
Hun eerste gezamenlijke adres is in de Batavierstraat 9, daarna wisselende adressen in de Uilenburgerstraat en opnieuw de Batavierstraat. De verhuizing naar de Spitskopstraat, een tweetal jaren later, hangt ongetwijfeld samen met de sanering van de Oude Jodenbuurt
Aanvraag steun
Drie van de zes kinderen zijn werkzaam in het vak van diamantbewerker. Frederika werkt, volgens het dossier, als diamantbewerkster bij Cohen & Asscher in de St. Antoniesbreestraat, zij verdient fl. 11,- per week. Deze slijperij is helaas niet traceerbaar (voor mij althans). Abraham werkt als roosjesslijper bij Presser in de Vrolikstraat, hij verdient fl. 10,- per week. Ook zoon Daniel is aan de slag in Het Vak en wel als roosjesslijper. Op zijn kaart staat aangegeven dat hij werkte voor een zeker J. Kool in de fabriek van Cohen. J. Kool is hoogstwaarschijnlijk zijn vader, hoewel diens voornaam Jozeph natuurlijk Joseph moet zijn.
Zoon Levie werkt op de Keizersgracht 4, bij een firma waarvan de naam helaas niet duidelijk is geworden, als kantoorbediende. Hoewel hij net zestien is, verdient hij fl. 35,- per maand.
Steun
Omdat er op genoemde datum, 21 mei 1921, voor het laatst een uitkering wordt ontvangen via de ANDB wordt een aanvraag om steun ingediend. De aanvraag wordt ingediend bij de Commissie Steunverleening “uitgetrokken” Diamantbewerkers. Voor er echter een besluit valt, wordt de aanvraag op 31 mei 1921 ingetrokken. Uit het dossier blijkt dat de 17 jarige zoon is gaan werken. Het gaat om Daniël, maar waar hij gaat werken, wordt niet vermeld. Maar hoogstwaarschijnlijk is hij aan het werk als roosjessnijder (zie kaart).