Emanuel de oudste zoon van het gezin is geboren op 21 september 1917. Hij was werkzaam als magazijnbediende. Uit het militieregister blijkt verder dat hij 1 meter en 702 mm groot was met een gewicht van 61 kg. Hij zou twee klassen MULO hebben gedaan. Werd hij op 24 april 1936 nog geschikt geacht voor de dienst, een paar maanden later op 15 juni 1936 was hij voorgoed ongeschikt. Waarom was hij ongeschikt, in het register wordt opgetekend dat hij de ‘aandoening 226’ zou hebben. Even opgezocht, 226 betekent dat hij een fistel (een pijpzweer) in de borst heeft.
Huwelijk
Op 1 april 1942 trouwt hij met Rozette Henny Vorst (geboren op 9 maart 1922). Rozette is werkzaam als diamantbewerkster. Rozette is lid van de ANDB. Van haar zijn een aantal documenten bewaard gebleven. Zij trad in de voetsporen van haar vader, Maurits Vorst. Rozette was in de leer als brilliantsnijdster bij de “N.V. Ned. It. Diamt Mij” (volgens de website Diamantbewerkers van het IISG). Ik heb deze organisatie of maatschappij niet kunnen traceren. Als haar leermeester werd ‘de vakschool’ genoemd. Heel erg lang heeft ze niet kunnen werken in deze sector, zij studeerde af op 2 oktober 1939. Dankzij de bewaard gebleven werkgeverskaarten weten we dat zij gewerkt heeft op de werkplaats van Boas en later voor Soep.
De overstap naar Betsalel
In maart 1942 werden alle leden van de ANDB opgeroepen zich aan te melden bij Betsalel, de Joodse vakbond. Iedereen was zoals vermeld ‘sterverplicht’. Bij de formele overgang moest een formulier worden ingevuld en van elk familielid ook drie pasfoto’s worden bijgeleverd. Veel ANDB – leden hebben zich niet aangemeld, Rozette wel. Door deze verplichting hebben we nu van deze overstappers de foto’s.
Huwelijk en deportatie
Een maand later, op 1 april 1942 trouwden Rozette en Emanuel. Zij hebben maar kort samen kunnen wonen in hun woning aan de Nieuwe Herengracht, nummer 81 drie hoog. De kaarten van de Joodse Raad (zie onder) geven als adres overigens huisnummer 81 één hoog. Op een tweede kaart van Rozette staat nog iets opmerkelijks. Het gaat over de mogelijke overplaatsing vanuit Kamp Westerbork (aangekomen op 26 mei 1943) naar Kamp Vught. De gedacht dat het om een vrouw ging, was niet doorgedrongen bij het ‘bevoegd gezag’. De vraag was namelijk: ‘komt hij nog in aanmerking komt voor Vught’? Men wist nog wel dat Rozette ‘een gesperrter’ diamantbewerker was. Het heeft niet meer zo mogen zijn, op 1 juni 1943 (nog geen week na dit bericht op de kaart) zijn beiden op transport gesteld naar Sobibor en drie dagen later vermoord.