Het buurthuis Iepenweg was gevestigd in een voormalige school op een terrein tussen de Sparrenweg en de Iepenweg, waar je kwam via een poortje onder de huizen door.( zie Louise de Colignyschool en Joodsche scholen achter de poort aan de Sparrenweg nr 11)
Omdat jongeren en de ouderen niet zo goed samen gingen in het centrum, kwam er mede door acties van Rie Tapperwijn een eigen plek voor ouderen : de Keet aan de 3e Oosterparkstraat. Er werd een 'soos' gehouden waar klaverjas en bingo werd gespeeld, men kon hulp krijgen bij het invullen van formulieren en er werden feesten gevierd. Aanvankelijk kwamen vooral Nederlandse ouderen, later ook veel Surinaamse ouderen, behalve de viering van 4 en 5 mei werd toen ook de viering van 1 juli ( afschaffing slavernij) een belangrijke gebeurtenis. De deelname van Surinaamse ouderen begon bij de opening van het buurtcentrum in 1989 is samenwerking met SAN ( Surinamers Antillanen Nederlanders)
Pim herinnert zich de buurt in die tijd als een een buurt in overgang, er was al veel nieuwbouw opgeleverd, maar in de Vrolikstraat en gedeeltes van de 1e en 2e Oosterparkstraat stonden heel oude en bouwvallige panden, sommige dichtgetimmerd. " Oudere mensen stonden op de wachtlijst voor nieuwbouw en in leegstaande panden trokken jonge Nederlanders van buiten Amsterdam, die naar de stad trokken voor de levendigheid en de stadscultuur. Kraken was vanzelfsprekend. Er was geen sprake meer van plannen om het stratenpatroon te wijzigen, maar er was nog veel discussie over ruimte voor speelveldjes en voor parkeerplekken. Uiteindelijk is er 1 kleine ondergrondse parkeergarage gekomen en veel van de jongere mensen die toen in kraakpanden trokken wonen nog steeds in de buurt."
Als kinderwerker had Pim met kinderen en tieners te maken. De jongere kinderen ging hij in 1983 soms met een platte bakfiets - het symbool van de krakers in die tijd -ophalen: hij nam kinderen die al bekend waren in het buurtcentrum als eerste mee en die trokken dan vriendjes aan. Op deze manier kwam hij er snel achter dat er 13 kinderen in 1 bakfiets pasten. Veel jonge kinderen waren bang voor de grote kinderen en op deze manier durfden ze wel te komen. Onder de jongeren ( 18 -25 jaar) was in die tijd sprake van een behoorlijk groot heroïne probleem en met een aantal jongelui is het helaas niet goed afgelopen. Met veel inzet werd geprobeerd de kinderen een betere afleiding te bieden via een weekeindprogramma binnen het buurtcentrum maar ook daarbuiten. Aan kookclubs, handenarbeid, sporten en zomerkampen kon voor een kleine bijdrage mee worden gedaan. Er werden jeugdfilms vertoond in "De lange adem" met ook veel creatief aanbod en in "De mobiele bochel" en "buurttheater de Klus ( later Pleintheater)" was theater voor jongeren.
Inmiddels was het buurtcentrum Iepenweg te oud en kostbaar geworden, er moest bezuinigd worden . Op het stuk grond waar de houten keet stond moest een nieuw, compact buurtcentrum komen, het huidige buurtcentrum Oosterpark. Overigens is dat nu te klein geworden en moet het centrum anno 2021 door een verbouwing weer uitgebreid worden.
De grootste bezuiniging is echter in stand gebleven, waar ooit 12 professionele krachten actief waren voor het buurtwerk zijn dat er nu nog 2.
Alle foto's bij dit verhaal zijn van Pim Meijers