Kwajongensstreken

In de St. Gerardus Majellakerk

Verteller: Photo0047.jpg Arie Copier
Auteur: Photo0047.jpg Arie Copier
Gerardus Majella kerk

Gerardus Majella kerk

Omdat mijn moeder jong overleden is, ben ik opgevoed door mijn opa en oma. Mijn oma was nog al streng Katholiek dus ik moest elke zondag mee naar de Heilige Mis in de St. Gerardus Majella kerk. Toen ik zo’n jaar of tien was mocht ik alleen en op een andere tijd naar de kerk. Ze vroeg dan later wel of ik geweest was en ter controle welke priester de mis opdroeg.

Op een keer zat ik uit verveling  bootjes te vouwen van papieren plaatsbewijzen en zat daarmee op de plank van de bank voor me te spelen. De ordebewaarder met een sjerp om zijn schouder, waarop “Eerbied In Gods Huis” stond, zag dit en kwam boos op me af. Hij wilde de bootjes van me afpakken maar ik wou ze niet geven. Hierop moest ik van hem de kerk uit. Ik was al vroeg nogal mondig en zei tegen hem: “Als ik nu de kerk uit moet, kom ik nooit meer in een kerk en dat heb jij dan op je geweten.” Hier wist hij zich toch geen raad mee en na even denken mocht ik blijven zitten als ik me verder zou gedragen.

Toen ik wat ouder was had ik meestal geen zin om naar de mis te gaan. De kerk had een voorportaal en daarvan stonden de zijdeuren altijd open. Alleen bij bruiloften en begrafenissen ging de voordeur open. Ik ging dan de ene zijdeur in, keek opzij welke priester de mis opdroeg en ging dan de andere zijdeur weer uit. Zo ving ik twee vliegen in een klap, ik hoefde niet te liegen dat ik in de kerk geweest was en ik kon de controle vraag beantwoorden.

Mijn vriend, die niet gelovig was opgevoed, liep dan wel eens met me mee voordat we ergens anders naar toe gingen. Op een keer vroeg hij wat er nou allemaal in de kerk gebeurde. Ik zei dat ik dan wel een keer samen met hem wilde gaan. Dat durfde hij eerst niet maar na een paar weken won de nieuwsgierigheid het van de angst en wou hij het toch een keer meemaken. Wij de zondag erop naar de kerk maar toen we zaten kreeg ik ineens een ingeving. Tijdens de mis wordt er gezeten, geknield en gestaan en ik bedacht dat ik hem dit contra zou laten doen. Dat ik hem liet zitten terwijl iedereen stond viel niet zo op maar toen ik hem liet staan terwijl iedereen knielde viel het natuurlijk wel op. Ik had moeite om mijn lachen in te houden want iedereen keek hem aan. Hij stond dan ook aardig voor Jan met de korte achternaam. Hij voelde zich niet op zijn gemak en vroeg aan mij waarom alleen hij moest staan. Ik zei dat iedereen dan kon zien dat hij voor het eerst in de kerk was en dat hij pech had dat hij de enige was omdat er soms wel meer nieuwelingen stonden. Zo heb ik hem tot het einde van de mis bezig gehouden.

Nadat we thuis waren vertrouwde hij het toch niet helemaal en toen hij doorhad dat ik hem aardig in de maling genomen had, heeft hij mij een hele tijd niet meer aangekeken. Later is het natuurlijk wel weer goed gekomen en we zijn nog steeds vrienden.

Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Alle rechten voorbehouden

265 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe