Spitskopstraat 5 II – Het gezin Noot (4)

Werk, werkloosheid en ‘in de steun opgenomen’

Verteller: Frits Slicht Frits Slicht
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Spitskopstraat
Domselaerstraat bij kruising Linnaeusstraat met rechts een deel van het Burgerziekenhuis (1930). J. Sleding, Amsterdam. Bron: Collectie Stadsarchief Amsterdam: prentbriefkaarten

Domselaerstraat bij kruising Linnaeusstraat met rechts een deel van het Burgerziekenhuis (1930). J. Sleding, Amsterdam. Bron: Collectie Stadsarchief Amsterdam: prentbriefkaarten

Er is een onderbreking tot december 1932, maar ook deze laatste aanvraag voor handelsgeld heeft geen kans omdat Israël een baantje heeft. Israël werkt als leerling stoffeerder bij de firma Broekhof. Hij verdient als leerling fl.6,- per week. De officiële naam van de firma is: ‘Nederlandsche Fabriek van Lederen Club-Fauteuils J.F.Broekhof’.

Advertentie voor Broekhof in Het Parool van 25-08-1950

Advertentie voor Broekhof in Het Parool van 25-08-1950

De firma zit op de Lijnbaansgracht 386-387 en heeft naast een fabricage afdeling ook een toonzaal. Schoontje werkt nog steeds als werkster bij Ons Huis in de Domselaerstraat 63 met een inkomen van fl.12,- per week.

In september 1933 krijgt Philip uiteindelijk wel handelsgeld. De verdiensten die hij heeft met zijn vrachtjes op het Waterlooplein zijn niet ruim. Als dan ook Israël zijn ontslag krijgt is er nu duidelijk behoefte aan hulp. Er wordt eenmalig een bedrag van fl.15,- handelsgeld uitgekeerd. Bij de volgende aanvraag wordt weer de opmerking geplaatst dat er sprake is van voldoende gezinsinkomsten. In januari 1934 wordt Israël weer aangenomen bij de firma Broekhof. In mei 1934 wordt er verzoek om onderstand ingediend, op grond van ziekte, Dit verzoek wordt afgewezen omdat er onvoldoende inlichtingen zouden zijn verstrekt. Na de ziektemelding is er direct een bezoek aan huis geweest. De bezoekende ambtenaar stond echter voor een gesloten deur. Hij krijgt (van buren?) te horen dat de man ‘uit is’. De belanghebbende laat vervolgens niet meer van zich horen. De ambtenaar verklaart de aanvraag ‘vervallen’.

Als in augustus 1934 zowel moeder als zoon worden ontslagen, respectievelijk wegens bezuiniging dan wel slapte, krijgt het gezin twee keer een gift van fl.12,50. Schoontje heeft al die tijd gewerkt bij Ons Huis. Aanvankelijk in de Domsealerstraat, maar na de verhuizing naar de Zeeburgerdijk in maart 1933 is zij daar blijven werken.

Ons Huis verhuist van de Domselaerstraat naar de Zeeburgerdijk, bron: Het volk: dagblad voor de arbeiderspartij van 06-03-1933.

Ons Huis verhuist van de Domselaerstraat naar de Zeeburgerdijk, bron: Het volk: dagblad voor de arbeiderspartij van 06-03-1933.

Beide mannen moeten ook gaan stempelen. Korte tijd later blijkt dat Philip problemen heeft met zijn hand. Het gaat om de wijsvinger van de rechterhand. Deze vinger is dermate verstijfd dat hij er niets meer mee kan aanpakken of grijpen. Van werken zal niet veel meer komen, concludeert de ambtenaar. Mogelijk dat deze handicap al in mei 1934 speelde maar dat toen niet duidelijk is geworden wat er speelde.

Uit het dossier blijkt dat het gezin vanaf dit moment in de steun werd opgenomen’. Israël heeft nog wel werk, maar de verdiensten zijn zeer wisselend. Door gebrek aan werk is hij vaak niet nodig en wordt hij naar huis gestuurd. Overigens is zijn baas, de heer Broekhof, niet altijd even gelukkig met het feit dat hij alle Joodse feestdagen niet werkt. Hij schrijft daarover een briefje aan Het Bureau, hij verklaart dat Israël de feestdagen voor eigen rekening verzuimd. De niet gewerkte (feest)dagen worden ingehouden op zijn loon. Het advies van het bureau is om dit wel te doen. Of dit ook daadwerkelijk is gebeurd, is niet duidelijk.

 Terug NAAR: Spitskopstraat 5 II – Het gezin Noot (1)

 OF NAAR: Spitskopstraat 5 II – Het gezin Noot (5)

Alle rechten voorbehouden

32 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe