Philip Noot is geboren op 5 juli 1873 in Amsterdam. Als hij 19 jaar oud is, wordt hij gekeurd voor de militie. Hij werkt inmiddels als sjouwerman. Onder het kopje “Maat en signalement van de loteling” staan wat gegevens over zijn lengte en uiterlijk. Hij is 1 meter en 576 millimeter groot, hij heeft een rond ‘aangezigt’, een gewoon voorhoofd net als zijn neus, zijn mond en zijn kin. Hij had blauwe ogen zwart haar. Op 14 december 1892 wordt hij aangewezen ‘voor den dienst’. Ingedeeld wordt hij op 6 maart 1893 bij het 7e Regiment Infanterie om op 26 juli 1894 te worden overgeplaatst naar het 4e Regiment Infanterie. Zijn ontslag uit de dienst (gepasporteerd) wordt vastgesteld op 5 maart 1900. Dit laatste moeten we lezen als ‘op Groot Verlof gaan’, niet dat hij tot die tijd steeds in dienst was. Toen hij werd gekeurd was zijn vader Hartog Elias Noot al overleden.
Philip trouwt op 23 december 1908 met Schoontje Leijden van Amstel. Zij is geboren op 30 juni 1884. Philip is oorspronkelijk voddenman (gaat met vodden zoals dat in het dossier werd genoemd), volgens de huwelijkakte ‘koopman’. Voor zover ik heb kunnen nagaan was hun eerste woonadres Keizersstraat 25 I achter. Op de woningkaart staat aangegeven dat de zuster van Schoontje, Sara, bij hen inwonend was. Zij zou meeverhuizen naar de Spitskopstraat.
Ergens in het begin van de jaren twintig is hij echter stoffeerder voor verschillende marktkooplieden. Blijkbaar maakt hij daar toch echt zijn beroep van gezien het feit dat hij lid werd van de vakbond: De Algemene Bond van Meubelmakers etc. In 1925 gaat het niet goed met de zaken, hij zou al een aantal maanden niet of nauwelijks inkomen hebben. Hij heeft zich daarom aangemeld bij het Gemeentelijk Arbeidsbureau.
Schoontje heeft tot 3 januari 1925 gewerkt als schoonmaakster bij de Christelijk Bewaarschool, Keizersstraat nummer 23. Zie de bijgaande foto (boven het verhaal), op de gevel staat Christelijke Voorbereidende School). Philip en Schoontje woonden naast deze school. Zij verdiende daar fl.15,- per week, daarvan gaf ze fl.5,- voor een hulp. Blijkbaar vond het Hoofd van de school dit wat te gortig, hij heeft Schoontje voorgesteld om het te doen voor fl.10,- per week met fl.2,- extra voor die weken dat de kachels moeten worden aangemaakt. Als Schoontje dit weigert, wordt er een ander aangenomen. Schoontje wordt doorverwezen naar het Gemeentelijk Arbeidsbureau. Rond deze tijd is het gezin Noot verhuisd van de Keizersstraat 25 een hoog (dus naast de school) naar de Spitskopstraat 5 tweehoog. Niet alleen Sara, de zuster van Schoontje, komt naar dit adres. Ook haar broer Aron en haar vader Israël wonen tijdelijk bij hun in.
Het gezin Noot heeft in 1925 twee thuis wonende kinderen; Hartog van 14 en Israël van 9 jaar. Er is ook nog sprake van een inwonende zuster van Schoontje, Sara. Sara werkt als thuisnaaister voor de firma Jonker waar ze ongeveer fl.9,- per week verdient.
Terug NAAR: Spitskopstraat 5 II – Het gezin Noot (1)