Spitskopstraat 5 I, Het gezin Groot – Lap (3)

In januari 1925 vraagt Samuel enige tijd vrij van stempelen. Zijn vader zou hem willen opleiden tot Rabbinaal Opzichter. Samuel wordt om een verklaring van het Rabbinaat gevraagd. In afwachting daarvan zet men de geldbedeling voort. Blijkbaar is een en ander geregeld want eind 1925 werkt Samuel tijdelijk als Opzichter van het Rabbinaat, eerst als plaatsvervanger van zijn vader, later als invaller. Begin 1925 zijn er wat problemen bij de controle aan huis. De ambtenaar noteert dat hij Samuel ‘weinig actief’ vindt als het gaat om zoeken naar werk. Hij lijkt zich onvoldoende te realiseren dat de uitkering, de geldbedeling gaat aflopen. Deze opmerking lijkt tegenstrijdig met wat hiervoor wordt gezegd.

Volgens ‘ingewonnen informatie’ zou de vrouw binnenshuis werken. Voor de ambtenaar is het een teken aan de wand dat de inwonende schoonmoeder erg zenuwachtig is en een alarmerende reactie vertoont bij zijn binnenkomst. Zijn advies is dan ook nog een keer een bedrag van fl.8,- uit te keren om daarna te stoppen met de geldbedeling. Nog geen twee maanden later, misschien een andere ambtenaar, is het oordeel echter dat er sprake is van een ‘als niet ongunstig’ bekend staan gezin. De geldbedeling wordt dan ook weer verhoogd tot fl.14,-. Daarnaast krijgt het gezin ook steun van het Nederlands Israëlitisch Armbestuur (fl.1,- per week).

Een stabiele financiële bron van inkomsten is de ouderdomsrente van de inwonende schoonmoeder, de weduwe Nabarro-Blitz. Even ter verduidelijking, het gaat om het tweede huwelijk van Esther Blitz, in dit geval dus om David Nabarro. Zij krijgt per week een bedrag van fl.3,- per week. Een beperkte financiële bron, maar stabiel.

 In augustus 1926 meldt Samuel zich bij het Rabbinaat. Zijn andere activiteiten met betrekking tot het vinden van werk  willen maar niet lukken. Hij hoopt via het Rabbinaat werk te vinden. Het is niet helemaal duidelijk wat zij voor hem kunnen betekenen, wel wordt in het dossier gemeld dat hij via bemiddeling van de Joodsche Invalide 12 gulden heeft verdiend. Overigens wordt de geldbedeling gewoon voortgezet. In december van hetzelfde jaar gaat hij tijdelijk aan de slag bij bakker Snapper in de Jodenbreestraat. Samuel vervangt een zieke knecht. De steun wordt daarom voorlopig ‘ingehouden’.

Overlijden van Samuel

In september 1928 overlijdt Samuel Hijman de Groot aan de gevolgen van een longontsteking. Een maand later krijgt het gezin een aanbod om een goedkopere woning te betrekken. Het aanbod komt van de heer Zodij, opzichter van de Handwerkers Vriendenkring (het Bouwfonds). Hoe het een en ander is geregeld, is niet duidelijk. Wel is zeker dat de heer Zodij een belangrijke bemiddelende rol heeft gespeeld. In het dossier wordt verder aangegeven dat het de ‘belanghebbende’ zeer goed zou doen indien hij (en niet ‘zij’ of ‘het gezin’) in staat wordt gesteld een tweedehands kachel aan te schaffen. De ambtenaar meent dat hiervoor een bedrag van ongeveer fl.10,- nodig is. Dit voorstel wordt ingewilligd.

Het gezin van de weduwe De Groot-Lap verhuist naar de Spitskopstraat 5 een hoog.

Terug naar: Spitskopstraat 5 I, Het gezin De Groot – Lap (1)

Of naar: Spitskopstraat 5 I, Het gezin Groot – Lap (4)