Alexander is van beroep vis- en fruitventer. Doordeweeks vent hij met vis, in het weekend met fruit. Hij heeft twee zoons die ook met vis venten; Sander en Salomon. Als Alexander Goudeketting voor het eerst, in 1926, om hulp aanklopt bij de gemeente zijn de beide zoons al het huis uit. Hij is woonachtig in de Spitskopstraat en woont samen met het gezin van zijn dochter die met Abraham Tas is getrouwd.
Het verzoek uit 1926 wordt overigens afgewezen, hij zou voldoende krediet mogelijkheden hebben zo nodig kunnen de kinderen bijspringen met fl.1,20 per week. In februari 1929 krijgt hij voor het eerst echt steun of Onderstand. Dit in verband met de geringe inkomsten die het gevolg zijn van het geringe aanbod van vis op de markt. Het is hopen en wachten op betere weersomstandigheden. Er wordt een eenmalige gift van fl. 9,50 uitgekeerd ‘om in het onderhoud te kunnen voorzien’ en drie maal een bedrag van fl. 10,-. Om weer in staat te worden gesteld om de handel te hervatten krijgt hij later in maart 1929 een eenmalig handelsgeld van fl. 10,-.
De jaren dertig laten verder een afwisseling zien van aanvragen (handelsgeld) die soms wel, soms niet worden gehonoreerd. Daarnaast wordt af en toe een klein bedrag aan Onderstand uitgekeerd. Intussen speelde de discussie of het gezin Tas en het gezin Goudeketting wel of niet als één gezin moet worden gezien. De voorschriften van de Minister zijn echter maatgevend, men vormt één gezin. Overigens is het niet geheel duidelijk vanaf wanneer men samen gaat wonen. Normaliter geeft een woningkaart aan vanaf wanneer iemand komt wonen op het betreffende adres. Wie is de hoofdbewoner? Feitelijk gezien zou je zeggen het gezin Goudeketting, die woonden er het eerst. Wie woont bij wie in, de ambtenaren zijn er nooit helemaal uitgekomen, in ieder geval niet duidelijk over.
Alexander Goudeketting moet zijn ventvergunning inleveren indien er wordt besloten tot Onderstand. Zodra het echter maar enigszins mogelijk is, krijgt hij deze terug om weer aan het werk, aan het venten, te gaan. Het verstrekken van uitkeringen, welke dan ook, staat regelmatig op losse schroeven. De controles door Het Bureau MS kunnen bijvoorbeeld niet altijd worden uitgevoerd. In het dossier keert regelmatig de zin terug dat er niemand is thuis getroffen of dat er op oproepen niet wordt gereageerd. Overigens is dit, gezien het beroep van Alexander Goudeketting, niet zo vreemd. Hij is tenslotte venter. De laatste keer dat hiervan melding wordt gemaakt is van 11 januari 1940. De ambtenaar schrijft: “Op bezoek was man wederom niet thuis. De dochter gehuwd met Tas deelde mede dat, indien de ondersteuning slechts fl. 1,87 zou kunnen bedragen, de aanvraag ingetrokken wordt. Men zal het zonder steun zien te redden.”
NAAR: Spitskopstraat 3 II - de gezinnen Tas en Goudeketting
Of NAAR: Spitskopstraat 3 II, de gezinnen Tas en Goudeketting (8)