Bedrog?
De financiële situatie blijft problematisch. Desondanks is men vanuit de officiële instanties weinig ‘behulpzaam’. In februari 1925 constateert men zelfs een vorm van ‘bedrog’. Raphael heeft een ‘voddenkarvergunning’ (nr. 1116) maar vent met rammenas (ook wel ramenas, familie van de radijs, maar iets minder pittig). Hij moet daarom een eerder uitgekeerd bedrag van fl. 30,- terug betalen (20 gulden handelsgeld en 10 gulden voor ondersteuning levensonderhoud). De genoemde ventvergunning is helaas niet bewaard gebleven.
Zoals blijkt uit een bezwaarbriefje van Raphael ligt het toch iets anders. Hij schrijft:
“Amsterdam 2 mei 1925
Den Wel. E Heer
Directeur van het B.A. te Amsterdam
Mijn Heer
Ondergetekenden R. de Goede, Spitskopstraat 3 vraagt langs dezen weg om hulp voor zijn gezin daar ik voor ongeveer 2 maanden 15 gulden heb ontvangen voor handelsgeld en ik daar mee niets kon verdienen hep ik om mijn huishouding te onderhouden uitgegeefen zoo dat ik mij nu geen raat meer weet en u te hulp roept om mij weer te ondersteuning te geefen of mij weer te helpen aan handelsgeld daar er nu met groenten of bloemen wel wat valt te verdienen zoo vraag ik u beleefd om mij te willen helpen.
Hoog Achtend,
- de Goede
Spitskopstraat 3¹”
(zie ook de afbeelding van de brief, bovenaan!)
1925 een moeilijk jaar
De maanden februari tot en met mei 1925 verlopen met andere woorden erg moeizaam. Er is zelfs een huurschuld van vier weken opgebouwd. Vanuit de instanties krijgt men de indruk dat het gezin het er maar op aan laat komen. De ambtenaar verwijst naar het feit dat er sinds 1920 eigenlijk geen verbetering zichtbaar is.
Uit bovenstaande zou je mogen verwachten dat de steunverlening, in welke vorm dan ook, wel beperkt zou worden of zelfs gestopt. Uit het dossier blijkt dit echter niet. Dankzij het telkens aan de bel trekken van Raphael, het dossier bevat de nodige bezwaar- of beroepschriften. Telkens verwijst hij naar het oordeel dat hij zou werken, wat niet zo is. Het oordeel is dan ook telkens weer positief voor het gezin van Raphael.
Vanaf eind 1925 gaat het beter met het gezin. Het inkomen van Raphael is zo rond de 20 gulden per week, de dochter Hanna verdient fl. 4,50 per week. Of Hanna erg actief was in haar vakbond, is helaas niet bekend. Maar waarschijnlijk niet, ze was nog wel erg jong.
Wat niet vergeten mag worden, is dat elk bedrag dat door een gezinslid werd ingebracht als verdienste, werd verrekend met een eventuele uitkering van de hoofdbewoner. Niet het gehele bedrag, maar een deel daarvan werd afgetrokken van het oorspronkelijke steunbedrag.