Een eerste poging tot een verhaal wordt mijn nachtelijke escapades op het dak van de huizen in de Cronjéstraat doorlopend tot de Ringdijk. Ook al - en ik schaam mij om 't te zeggen - omdat ik er immer met groot plezier tot de dag van vandaag aan terug denk.
Slechte slaper als ik was, kwam ik tot nachtelijke activiteiten. Met enig hakwerk wist ik de specie tussen het metselwerk van de achtergevel los te wrikken, een paar kleppers in het ontstane gat te steken en als ik dan uit het raam klom en op de stukjes hout van de kleppers ging staan kon ik net bij de dakrand komen. Op die jonge leeftijd was optrekken niet zo moeilijk dus na enige acrobatische toeren kwam ik op het hellende dak. In die tijd was ik gebiologeerd door de bouw van een kristalontvanger. Voor ontvangst was een lange antenne nodig die ik spande tussen enkele schoorstenen.
Eenmaal op het dak kwamen als vanzelf baldadigheden bij je op en zo klom ik over de daken van aanpalende huizen tot de huizen gesitueerd aan de Transvaalkade.
In het holst van de nacht liep er altijd wel iemand aan de waterkant zijn hond uit te laten. Wat een pret om een stuk dakpan van hoog het in het water te gooien zo dicht mogelijk bij de honden uitlater die vaak van schrik bij de onverwachte waterzuil tot bijna in de bomen vloog. Sorry, maar ik kan me daar nog over verkneuteren.
Veel volgde. Verblijf in Engeland als voorbereiding tot financieel gewin in Libie wat er overigens niet van kwam, militaire dienst, werken bij een schade- expertiseburo, gezinsleven, verhuizen naar Heiloo om uiteindelijk in Curacao en Venezuela terecht te komen.
Wat een rijkdom aan herinnering nu te koesteren in de Jordaan in Amsterdam. Wie weet gaat het ene verhaal het volgende opvolgen.