Brandhout

Dit verhaal heb ik van mijn moeder en zwager gehoord. Het speelde zich af rond 1943. Mijn moeder woonde in de Christiaan de Wetstraat en keek recht de President Brandstraat in. Om de hoek in de Reitzstraat woonden mijn schoonouders met drie opgroeiende zoons. Er was nog maar weinig brandstof en veel huizen stonden leeg, daar hadden mensen gewoond die weg gevoerd waren. Op de hoek van de President Brandstraat was een pand van drie etages leeg. Mijn moeders zwager is daar naar binnen gegaan om te kijken of er hout (brandstof) te halen was. Niets bruikbaars, dus dan maar de trap gaan slopen, was ook goed brandhout. Mijn zwagers (toen jongetjes van 7, 8 en 10 jaar) waren ondertussen ook op zoek naar brandhout voor hun moeder. Die hebben kastplanken uit een kast gehaald, wilden daarna naar beneden, en u begrijpt het al.... trap weg. Mijn man is in 1946 geboren, en ik in 1950 en wij hadden los van elkaar dat verhaal wel eens gehoord. Toen werd het 1973 en wij waren al 4 jaar getrouwd. Op een verjaardag was de hele familie op visite, mijn zwagers inmiddels ook volwassen mannen vertelden hun verhaal en mijn moeder wist even niet meer wat ze zeggen moest. Hoe grappig dat zoveel jaren later het 1 verhaal werd.