Als kind kwam Ruud al geregeld in het huis, wanneer hij op bezoek kwam bij zijn oma. Hij kan zich herinneren dat hij vanaf het balkon naar beneden keek, waar de bakkerskarren van bakker van Dijk geparkeerd stonden. De bakkerij was beneden en de eerste verdieping hoorde erbij als woonhuis, merkwaardigerwijze was er aan de Linnaeuskade ook een ingang, die naar de binnenplaats leidde. Daarlangs werden de bakkerskarren binnengereden. Later kwam bakker Hendriks:op vrijdag kon je ruiken dat er krentenbrood werd gebakken.
Behalve oma woonden er nog 3 families in het huis, ieder echtpaar - een echtpaar had ook 1 kind - woonde in 1 kamer. Op het achterbalkon is nog altijd een deur die naar het andere balkon leidt, in geval van brand zou je dan weg kunnen. Ruud herinnert zich dat ze via die deur soms ook wel bij de oude buurvrouw naar binnen gingen om haar te helpen. "Het was een oude Friese dame en zij riep 'schattie' als ze onze hulp vroeg. Ze had het verduisteringspapier uit de oorlog nog bewaard, want dat beschermde haar meubels tegen het zonlicht, zodat het altijd wel schemerig was in haar huis ".
Later toen oma erg vergeetachtig begon te worden is Ruud bij haar op de bovenverdieping op kamers gaan wonen, mede om een oogje in het zeil te houden. Ook na zijn trouwen bleef hij daar wonen en toen oma overleed kon er via via geregeld worden dat Ruud en Janet er mochten blijven wonen. Ze hebben toen wel de oude 'poepdoos' laten vervangen door een modern toilet, maar de deksel bewaren ze nog altijd als herinnering.
Ruud en Janet over de winkels in de straat: "Er was een heel aparte familiezaak -De Veenendaalse - waar een ouder man op een stoel zat met een portemonnee, hij ging over het geld. En dan had je de drankenzaak waar ze altijd echte kuikentjes in de etalage hadden met Pasen, ze waren streng katholiek. Niet te vergeten de bioscoop, beheerd door twee zussen. Als het publiek erg vervelend was stopten ze de film en deden het licht aan. Ze kwamen naar voren en dreigden een eind aan de voorstelling te maken als het niet wat rustiger werd. "
De verkeersdrukte was rond 1970 veel groter:al het vrachtverkeer reed langs, de melkwagens van de fabriek aan de kade kwamen om 6 uur al langs rammelen en op dinsdag - als er markt was in Purmerend- kwamen de veewagens vanaf het abattoir en de trams waren nog erg lawaaierig. Nadat de rondweg om Amsterdam opende is de drukte enorm afgenomen. Toch hebben Ruud en Janet er altijd met heel veel plezier gewoond zoals ze nog steeds doen.
