Huseyin Akbiyik kreeg hulp van zijn schoonvader toen hij net zijn winkel begon en nu de tweede winkel is geopend krijgt hij hulp van zijn broer die als bedrijfsleider werkt in de nieuwe winkel in West. Meestal doen ze samen de inkoop, bespreken ze wat de voordelige aanbiedingen de komende week zullen zijn en proberen ze vooruit te denken in het aankoop beleid. Dat gaat in de trant van ; "de volgende dagen wordt slecht weer voorspeld, dan worden de tomaten duurder, laten we nu dus extra inkopen ".
Toch is het assortiment in de winkels verschillend, in West worden meer paprika's en courgettes verkocht, in Oost gaat de rabarber b.v beter.
Dochter Merve denkt dat dat komt omdat het merendeel van de klanten in West van Turkse of Marokkaanse afkomst is; "daar hoor je veel Turks spreken in de winkel en vragen de mensen ook naar producten uit Turkije, de koffie die we in Oost verkopen, verkoopt daar helemaal niet".
Naast de samenwerking tussen de winkels in Oost en West, houdt Huseyin zich ook bezig met de samenwerking binnen de Amsterdamse Jonge Ondernemers Vereniging, waarvan hij bestuurslid is. En hij hoopt in de toekomst een groep te vormen van groenten winkeliers die samen inkopen, maar zo ver is het nog niet.
Aan gezamenlijke reclame gebeurt nog niet veel ; "wij moeten het vooral van de mond tot mond reclame hebben ". Huseyin zou het fijn vinden als een van zijn kinderen later de zaak zou overnemen, maar vindt dit zeker niet vanzelfsprekend. Zou echter de naam "Helal et Gida" tegen die tijd een begrip zijn geworden, dan is zijn droom vervuld.