Dick Oosterbaan en veel andere buurtbewoners zien in de jaren 60 van de vorige eeuw met lede ogen aan hoe hun buurt- tussen de Weesperzijde en Wibautstraat - aan het verkrotten is: de eigenaren onderhouden de woningen niet en Bouw en Woningtoezicht lijkt niets met klachten te doen. Het hele gebied rond de Wibautstraat is interessant geworden voor speculanten sinds de metro plannen bekend zijn. Als de actiegroep in 1971 actief wordt en onderzoek gaat doen blijkt er een hele voorgeschiedenis te liggen.De panden zijn veel interessanter als sloop object dan als verhuur object, onderhoud plegen heeft geen prioriteit...
Want al in 1961 koopt de firma van der Meijden panden aan in de eerste Oosterparkstraat. De firma Caransa koopt het terrein van de houthandel Harff en in 1963 meerdere huizen in de eerste Oosterparkstraat met het idee dat - na sloop – deze straat verbreed kan worden . De Dienst Publieke Werken zou plannen hebben waar het Philips Pensioenfonds – toen de grootste belegger in Amsterdam – belangstelling voor heeft. Het fonds koop -voor veel hogere bedragen -de panden van Caransa en v.d. Meijden over. In een actiekrant van de kerngroep verschijnt een strip met commentaar hierop: “Wat Caransa in één dag verdiende, verdient u in nog geen 100 jaar”. Van Poelwijck en Caransa worden de beheerders voor het Philip Pensioenfonds. De Gemeenteraad en de bewoners komen daar veel later achter.
Het Philip Pensioenfonds gaat verder met zijn aankopen, koopt o.a. grond om het Clausgebouw te bouwen, opnieuw met plannen om de 1e Oosterparkstraat te verbreden. Je kan nog altijd zien dat de rooilijn bij het voormalige Clausgebouw terugwijkt. De gemeente ruilt gratis de grond van een gedeelte van de Oosterparkstraat voor grond aan de Wibautstraat met het idee om het kruispunt Wibautstraat-eerste Oosterparkstraat te vergroten. Toch is er een woning bestemming voor deze grond vastgelegd. In mei 1968 heeft het Philips Pensioenfonds nota bene een aanvraag ingediend voor woning onttrekking die geweigerd is. Ook in juni 1971 wordt er nog een nota stadsvernieuwing aangenomen waarbij de Oosterparkbuurt bestempeld wordt als gebied waar de woningen in stand gehouden moeten worden.
De actiegroep van buurtbewoners richt zich oorspronkelijk op het achterstallig onderhoud van de woningen. Na een aan de gemeenteraad gestuurd adres eind 1971 worden wat noodreparatie uitgevoerd die al snel weer komen stil te liggen. Dan ontdekken de bewoners dat er al een sloopvergunning is aangevraagd voor honderd woningen in de eerste Oosterparkstraat en dat er al sinds 1969 een ontwerp klaar ligt voor een geheel nieuwe Amstelbrug, die ruim genoeg zou zijn voor een vierbaansweg.Daarvoor moeten dan wel straten gesloopt worden aan beide zijden van de Amstel. De opdracht voor het ontwerp komt van het Philips Pensioenfonds .
En men stuit ook op een plan om een groot hotel te bouwen met 1400 kamers op een terrein van 1.8 hectare aan de Weesperzijde ( tussen 1e Oosterparkstraat en Wibautstraat) op grond aangekocht door Caransa, die hier als stroman voor het Pensioenfonds zou handelen. De bewonersgroep hangt dit nieuws aan de grote klok en trekt de belangstelling van de media, er verschijnen kranten en tijdschriftartikelen en er komen uitzendingen op t.v. en radio. Er volgen interpellaties in de gemeenteraad.
Het Pensioenfonds zegt dat het plan voor hotelbouw en voor straatverbreding komt van Publieke Werken en dat het fonds in het geheim toezeggingen zijn gedaan dat er een sloopvergunning komt. Het lijkt erop dat de gemeenteraad door Publieke Werken ondermijnd wordt. .In het blad “De Tijd” verschijnt een foto van een deken die de bewoners in de straat hebben opgehangen, als symbool voor het onder 1 deken slapen van Publieke werken en het Philips Pensioen Fonds.
lees verder :Het belang van de afmetingen van de brug voor behoud van de Weesperzijde en eerste Oosterparkstraat
Bron: " Maup Caransa" door Wim Pelt