Eerst even dit: de drie zuidelijkste provincies van Zweden waren eeuwenlang Deens. In de loop van de Middeleeuwen had Denemarken zijn grondgebied geleidelijk uitgebreid met de Zuid-Zweedse landsdelen Skåne (met de oeroude aartbisschop stad Lund), Halland en Blekinge. De drie samen gingen later Skåneland heten.
In de eerste helft van de 17e eeuw begon Denemarken zich te bemoeien met de grote Dertigjarige Oorlog die in Duitsland woedde met een ongekende hevigheid. De grote Deense koning Christiaan IV liet het er niet op aankomen. Hij veroverde Sleeswijk en Holstein helemaal tot Hamburg aan toe. Denemarken was nu ook een grootmacht.
Vervolgens wierp Zweden zich in de strijd. Na een kolossale veldtocht in het huidige Duitsland, die niet helemaal lukte (ik ben hier kort), nam het uit frustratie voor de eerste keer Jutland in, en wel in 1644. Ze werden gelukkig snel verjaagd door de Denen.Daarna zocht Zweden compensatie voor zijn machtshonger rondom de Oostzee; het vond dat het recht had op meer van de gebieden daar omdat het groot en sterk was. Het ging bijvoorbeeld om het huidige Letland.
Men kwam uiteindelijk tot een vergelijk. De Vrede van Westfalen van 1648, waar onze eigen Vrede van Münster deel van uitmaakte, liet Denemarken (inclusief Noorwegen en onderhorigheden van Noorwegen als IJsland) in zijn recht, het mocht de Duitse gebieden behouden, en gunde Zweden de tijdens de oorlog veroverde gebieden rondom de Oostzee, bijvoorbeeld ook Pommeren dat nu in Polen ligt. Reval, thans Tallinn, was voor die tijd al Zweeds en is het eeuwenlang geweest. De Oostzee werd bijna helemaal een Zweedse zee. Zweden was inderdaad ook een grootmacht geworden. De Dertigjarige Oorlog was zo ten einde gekomen.
Na die Dertigjarige Oorlog ging Zweden in Polen opnieuw een kolossale veldtocht houden om groter te zijn dan het al was. We schrijven 1655.
Maar ‘de Maagd Maria zelve’ stopte de Zweedse zegereeks in haar pelgrimsoord Częstochowa met zijn Zwarte Madonna in het diepe zuiden van het land.
De Zweden waren uit Polen verdreven.
De Lage Landen haalden het meeste van hun graan uit dat gebied. Het was een levensvoorwaarde voor ze, men sprak in dit verband van de Moeder negotie. Die was minstens zo belangrijk als wat wij uit de rest van de wereld haalden. Die moest veilig gesteld worden. (vergelijking: de olie in het Midden-Oosten) De Nederlanden, vooral het machtige Holland, bezetten Dantzig, dat nu Gdańsk heet, om de Zweden wanneer ze ooit eens terug zouden komen te keren. Als je er nu doorheen loopt waan je je in Amsterdam. De Zweden vielen vanuit Pommeren inderdaad opnieuw op Dantzig (Danswijck) aan, ze konden er geen genoeg van krijgen; maar de Hollanders weerstonden ze. De Polen zijn ons er nog altijd dankbaar voor.
Zo versperden de Nederlanders de Zweden de weg. ‘Wij’ waren de politieagent in de wereld in die jaren.
Lees ook:Michiel de Ruyter en daarna