Â
Â
Wij fietsten door aan de andere kant van het spoor. Nadat we rechtsaf het Pauwenpad zijn in gefietst passeren we de ringvaart, die hier onder een brede brug gaat, en zijn we weer thuis in de Watergraafsmeer. De vroegere gemeentegrens! Ook 7 jaar lang stadsdeelgrens. Rechts zien we de drie kamelen die hier langs het spoor lopen, als sculptuur van Iris Le Rütte, maker van diersculpturen in de openbare ruimte. Und jetzt kommen die Kamele… Ze waren er even niet.
Even daar voorbij wordt het Pauwenpad een voetpad, maar er loopt niemand. Dat Pauwenpad doet denken aan de vroegere Pauwenlaan in die buurt, een van de mooiste lanen binnen de idyllische Watergraafsmeer, waar wel 25 grote en kleine hofsteden stonden, sommige werden boerderijen. Het gebied is volledig verstedelijkt.
We fietsen achter de Berkhoffschool langs, een banketbakkerschool. Die zat in een modernistisch gebouw uit de jaren 50. Binnen is een mooie wandschildering van Cor Dik, lees ik. Inmiddels huist er iets anders. De school is verhuisd.
We moeten het Prins Bernhardplein rond. Voordat we daaraan beginnen zien we links het Beursmannetje van Pieter d’Hont. Het stond op het Beursplein en viert 100 jaar Het Financieele Dagblad. Het expressionistische beeld met vage contouren heet eigenlijk ‘De krant lezende man’. Dat zie je direct. Erachter is een heesterperk.
Tenslotte bereiken we ons eindpunt, het Amstelstation, ook uit oktober 1939. Opnieuw  een hoogtepunt van de fietstocht.
Â
Eerst moeten we een plaats vinden voor onze fietsen. Dat is niet eenvoudig: het hele stationsplein is schoongeveegd. De een plaatst haar fiets in de stationsfietsenstalling, de ander voor de nieuwe horecagelegenheid waar we misschien wat gaan drinken.
Nu lopen we naar het station. Eerst gaan we kijken naar De Toekomst der Spoorwegen, een bronsreliëf aan de buitenkant van de hand van de Haarlemse beeldhouwer Theo van Reijn. Er staan nu zitbanken waar we het kunstwerk in alle rust kunnen bekijken. Je ziet vooral een naar links wijzende naakte vrouwenfiguur met sluiers om zich heen en met een spoorwiel – daar ligt de toekomst. Verder zien we een treinwagon tussen oude stadsgezichten, waarboven een stralende zon oprijst.
Â
We lopen de weidse rijkelijk beglaasde lichte stationshal binnen. Die wordt gedomineerd door twee kolossale wandschilderingen van Peter Alma. Peter was een gevierd kunstenaar in het interbellum en daarna. Overtuigd communist. In Amsterdam is veel typografie van zijn hand, in Wenen trouwens ook. Hij maakte mooie tekeningen, affiches en schilderijen; wanneer laat het Stedelijk ze weer eens zien? En ook nog tegeltbleaus en  wandschilderingen. Deze hier worden als zijn meesterwerken beschouwd; zie de catalogus van een tentoonstelling over hem in Arnhem van begin 2017.
In de oostwand zien we allerlei stoomtreinen, links en rechts. Verder de ontwerpers van de spoorwegen en een wereldbol met belangrijke spoorlijnen. Bergen ook. De vervoermiddelen daaronder zijn slechts ten dele zichtbaar; dat ‘ten dele’ is spoedig verleden tijd. Gelukkig maar. De hele stationshal wordt gerenoveerd en de servicebalie van de NS krijgt een betere plek. Er zijn al winkels ontruimd. We zijn benieuwd.
De westwand laat het modernste van het modernste aan treinen zien van die tijd. Er is een Russische stoomsneltrein te zien die wel 180 km/uur kon rijden, en andere superstoomlocs. Elektrische treinen die in Nederland reden. Links gebouwen uit de oude tijd (en een vulkaan), rechts moderne gebouwen zoals Eiffeltoren en Empire State Building. En rechts onderaan Amsterdamse.  Lees ook ‘De wandschilderingen van het Amstelstation’.
Â
Bij de uitgang trap af naar het Julianaplein staat links een glanzende donkergrijs gekleurde  sculptuur van een zittende vrouw. Dat beeld heeft twee namen: Terugblik, en Wachtend Naakt. Het is van de hand van dezelfde Theo van Reijn. Het beeld viert 100 jaar spoorwegen. Kies zelf welke naam je de beste lijkt. Weemoed bevangt je. Misschien krijgt ook dit beeld een iets andere plaats. (Zie: ‘Terugblik of Het Wachtend Naakt in het Amstelstation’)
We gaan naar de treinen en dalen een trap af. Halverwege keren we om: we zien boven ons een lichtkleurig tegeltableau met o.a. twee vogels, een vis en de zon. Het is opnieuw van Peter Alma, maar dan van na de oorlog. Het was ooit in het Marnixbad. Als je zwemt kijk je automatisch naar boven en zie je het. Van die ene keer herinner ik het mij. Nu ziet niemand het, je loopt er onderdoor en kijkt naar de traptreden omlaag en verder. Misschien brengt men bij de verbouwing een tekst aan op de vloer die uitnodigt tot omhoog kijken!
We lopen naar het perron naar Utrecht. Er is een kiosk, waar jarenlang steeds dezelfde charmante Surinaamse koffie inschonk als een vast baken.
Â
Nu gaan we daar waar bijna niemand komt. Achter de kiosk. Een gebouwtje waar ooit een toilet was. Sommigen rekenen er nog op. Maar het onduidelijke gebouwtje is van buiten beschilderd door Serge Verheugen. De naam van het kunstwerk: WIJ.
De contourlijnen verbeelden de mens (wit of zwart) solo en in zijn steeds wijdere omgeving, stedelijk dan wel landelijk. Een raam in een flatgebouw toont gezellige gordijntjes. Alles komt twee maal voor, tegenover elkaar. Om de hoek is een landschap met o.a. koeien. Zijn we daar niet vervreemd van geraakt? Alles in zwart-wit. Helaas een beetje verwaarloosd en met wat graffiti. Het riekt een beetje naar urine. Serge moet zelf weer eens gaan kijken, alleen al in het kader van de renovatie. En zorgen voor een bord met beschrijving. Opdat mensen gaan kijken. Het zet tot nadenken. (zie ook: ‘Nog een kunstwerk in het Amstelstation’)
Â
Onder indruk van dit alles rusten we uit met een consumptie bij het nieuwe lunchkoffiehuis Brazuca, van: Braziliaanse trots en de voetbal op het WK in Brazilië. Daar wachten fietsen op ons.
Misschien was het te veel. Het is niet anders.
Â
Â
Â
Lees ook :
MUIDERPOORT-, WEESPERPOORT- EN AMSTELSTATION, EN VEEL KUNST, deel 1
Â