Wij woonden in de Molukkenstraat bij de eindhalte van lijn 10. Hier waren veel fotsierapers (sigarettenpeuken) te vinden. We vonden het als jongens ook leuk om zelf het vertreksignaal voor de trams te geven. Dan moest de conducteur richting halte lopen. Rond de eindhalte van lijn 10 ontstonden veel straatgevechten. Die gevechten gingen tot aan de spoortunnel. Stenen haalden we van de spoordijk; daar voetbalden we ook want dat gebied was toen nog autovrij. De bal maakten we zelf van elastiek, van de fietsbinnenband kwam later de luchtbal. Straatvoetbal mocht toen niet... Er was een smeris die tussen de spaken van zijn voorwiel alle ballen verzamelde, en tussen zijn stuur en naaf had hij elastieken en een Grieks Ytje (een soort katapult) gespannen. Die probeerden wij er met een steen er tussenuit te gooien. Lijn 10 ging de Sumatrastraat in, dan Soerabajastraat en die bocht lag ooit een groot dik kleed op de rails en dus nam de tram de gewone straat. Toen was de GVB in rep en roer door die straatschoffies! Toen gingen we ook nog heerlijk een fikkie stoken om aardappelen te poffen. En de omwonenden maar schelden en kankeren...
Kwajongens aan het einde van lijn 10
Er was een smeris die tussen de spaken van zijn voorwiel alle voetballen verzamelde.
3726 keer bekeken