“Als 16 jarige kwam ik met mijn ouderlijk gezin vanuit Friesland in Diemen te wonen en na een tijdje ging ik werken bij het Nipo enqûete bureau . Mijn vader vond echter dat ik daar te veel vloeken leerde van mijn Amsterdamse collega’s“ vertelt Anna Maaike.
Zij had nog diverse andere betrekkingen en trouwde in 1961 met een Amsterdammer, die was opgegroeid in Betondorp. Als kind was hij tijdens de hongerwinter een paar maanden naar Friesland gestuurd, wat als voordeel had dat hij fries verstond.
“Wij konden twee zolderkamers huren in Amsterdam-West, dat was wel een beetje behelpen. Ik raakte zwanger en was dan ook dolblij dat we in 1962 een eigen woning kregen in de Lorentzlaan. Het waren maar 3 kamertjes – de huiskamer was vier bij vijf meter – met een klein balkon, maar het was van ons. Op het kleine balkon stond dan ook nog de kolenkist.
In september 1962 ging de supermarkt van Albert Heijn open aan de Helmholtzstraat en mijn moeder wilde graag zo’n nieuwe winkel zien. Bovendien kregen de eerste bezoekers een koektrommel. Ik stond – hoogzwanger – in de lange rij te wachten tot er een agent die de orde bewaakte, ingreep. Vanwege mijn toestand liet hij me voorgaan, heel aardig, zodat ik inderdaad de koektrommel kreeg. Wat ook bijzonder was aan de nieuwe winkel: je kon er zo maar gezinsverpakkingen condooms kopen! Voorheen was dat een tamelijk geheimzinnige boodschap die je bij de drogisterij van ´Snorretje´ deed.
Ik heb ook grappige herinneringen aan de melkboer – hij werd Uppie genoemd – die toen nog losse melk langsbracht. Hij had vaak een druppel aan zijn neus hangen en die viel wel eens in de onverpakte melk. Tijdens de laatste periode van mijn zwangerschap deed ik vaak een middagdutje en op een middag werd ik wakker toen hij ineens in de slaapkamer stond: hij had zich ongerust gemaakt en aan het touwtje achter de brievenbus getrokken. Na mijn bevalling kreeg ik een tray met eieren van hem en van de slager kreeg ik biefstuk.
Het was een buurt met veel gemoedelijk contact, maar ook wel met veel sociale controle. Als wij met ons gezin eens een dagje uitgingen en er verscheen onverwachte visite dan wist de buurvrouw haarfijn te vertellen dat we wel de hele dag zouden wegblijven, omdat we strandspullen hadden meegenomen“.