Een andere bril
Als niet-geboren Amsterdammer
kijk ik wellicht met andere ogen.
Voor u misschien jammer,
maar andere meningen mogen.
Kunstwerk
Ik zie een kunstwerk, een lang hekje, dat past,
met een ingenieus ingebouwd verhaal,
een gedicht dat verrast,
al oogt het wat kaal.
Het gedicht beschrijft deze wijk,
met veel weemoed en sentiment,
hoe mooi alles was; ’t is maar hoe je het bekijkt,
daarvoor geef ik geen cent.
Armoede, levendigheid, synagoge en trein;
dingen die nog hetzelfde, of net even anders zijn.
Toen en nu
Toen ging er een trein met lawaai en stoom,
nu een NS-trein op ‘groene’ stroom.
De synagoge is vervangen door een moskee.
Joden zijn in deze tijd Noord-Afrikanen van over zee.
Touwtje springen is tegenwoordig spelen op je telefoon.
Vragen doe je niet; je googelt gewoon.
Wassen in de tobbe of in het badhuis voor 10 cent,
nu is men elke ochtend douchen gewend.
Als je niet kon lopen, was je een arme stakker,
maar als modern mens heb je een rollator als makker.
Gezellligheid vond je op straat, het huis was te klein,
nu kun je kiezen of je samen wilt zijn.
Een haring voor drie cent. Veel geld voor die tijd.
Voor verse vis ben je nog steeds een vermogen kwijt.
Muziek van de drumband, of een LP;
onophoudelijk gaat muziek op je I-phone mee.
Oorlog leek ver weg. Onwetende onschuld?
Dat is verleden tijd want alles wordt onthuld.
Nostalgie
Nostalgie naar een tijd
waar het nét even anders lijkt,
maar in essentie is er geen verschil;
naar mijn mening: alleen een andere bril.