Ik weet nog heel goed hoe dat op mij over kwam. Het was mijn vader die al om half zeven bij mijn bed stond. Hij moest altijd vroeg op om naar zijn werk te gaan in de bakkerij in de Hobbemastraat. Hij maakte mij wakker en vertelde dat het oorlog was en dat de Duitsers ons land waren binnengevallen. Ik ben toen gauw opgestaan, ik moest tenslotte ook nog naar mijn werk bij de Rijkspost Spaarbank (RPS). Daar was het natuurlijk ook het gesprek van de dag, maar ja, er moest ook nog wel gewerkt worden. Tussendoor bleven we er wel aldoor over praten. Iedereen was er vol van. Van overvliegende vliegtuigen of bombardementen heb ik niets gemerkt. Wel al zag ik vrij snel allemaal soldaten hier in de buurt, zowel in het Oosterpark als bij ons achter. Duitse soldaten waren namelijk ingekwartierd in Openbare School in de Tweede Oosterparkstraat (aanvulling Frits: volgens een kaart uit 1925 waren er twee scholen: de Kastanjepleinschool en de Oetewalerschool. Beide scholen krijgen later andere namen, welke?).
Waar de kinderen van die school of scholen in de Tweede Oosterparkstraat toen zijn gebleven, weet ik niet.
Ik heb wel veel marcherende soldaten in het park gezien. Zorg was er aanvankelijk wel voor zoiets wat er in Rotterdam was gebeurd. Die stad is toch vreselijk gebombardeerd.
En daarna dan, al vrij snel kwamen er maatregelen om te verduisteren. Er mocht 's avonds geen kiertje licht door de ramen naar buiten komen. Dat gold voor alle ramen, niet alleen voor die aan de straatkant (het Oosterpark). We zaten vaak bij kaarslicht. Je moet ook bedenken dat we toen nog maar beperkt elektriciteit hadden. Voor de oorlog, weet ik mij nog te herinneren, hadden we gaslicht. Dat was met een soort van gaskousjes die opgloeiden. Een douche kregen we trouwens ook pas veel later, dat heb ik veel later in laten bouwen.
Er was natuurlijk ook nog een avondklok. Ik ging aan het begin van de avond nog wel eens bij een vriendin langs die in de Tweede Oosterparkstraat woonde. Het gebeurde dan wel dat haar vader mij kwam waarschuwen dat ik naar huis moest. We moesten allemaal om acht uur binnenzijn. Voor je het wist kon je worden aangehouden.
Vooral in de Hongerwinter werd er veel gesloopt, ook de blokjes die tussen de tramrails lagen. Dat werd allemaal gebruikt als brandstof. Trams hebben hier altijd in de buurt gereden (aan de Derde Oosterparkstraat zat een tramremise).