Na mijn afstuderen aan de kweekschool kon ik geen baan vinden in het onderwijs. Via het arbeidsbureau (toen ook wel de Arbeidsbeurs genaamd, kreeg ik toen het bericht dat ik kon solliciteren bij de RPS. Ik werd aangenomen op 1 mei 1937, samen met vier andere meisjes. Met een van hen heb ik tot aan haar overlijden contact gehouden.
Het kantoor zat aan de Van Baerlestraat 27. Ik werkte op de afdeling Limburg – Gelderland. Toen was alles ingedeeld naar provincie. Ik zat daar de hele dag te tellen en te rekenen. Alles wat de mensen op hun boekje wilden zetten of er weer vanaf wilden halen, dat werd door ons bijgehouden. Ook de rente moest telkens door ons worden berekend.
Ik had nog wel gedachten aan het onderwijs. Ik stond ook nog wel ingeschreven bij 'Onderwijs' (afdeling via het Arbeidsbureau), maar er waren nu eenmaal weinig tot geen vacatures. Een oproep heb ik nooit gekregen in ieder geval.
Na een jaar of twee kreeg ik bij de RPS een vaste aanstelling. Mijn aanvangsalaris was 25 gulden per maand, daar was ik ontzettend trots op hoor. Dat was best bijzonder: een maandsalaris, de meeste mensen kregen per week uitbetaald. Van die 25 gulden moest nog wel loonbelasting af, ik hield net iets meer dan 21 gulden over.
Later, toen ik op de Barbaraschool kwam te werken, kreeg ik ook gewoon een maandsalaris. Dat was gelukkig wel een stuk meer, ik meen iets van 100 gulden per maand. In mijn herinnering was dat ook allemaal in contanten.