Ik ben in 1936 dus afgestudeerd aan de kweekschool, maar met lesgeven ben ik pas na de oorlog begonnen. De jaren dertig waren, dat weet iedereen nog wel, het waren moeilijke tijden om een baan in het onderwijs te vinden.
Ik heb toen gesolliciteerd via het Arbeidsbureau (of hoe dat dan ook heette toen). Ik heb als een soort van voorbereiding of omscholing eerst nog een opleiding bij Schoevers gedaan, leren typen en steno.
Veel van mijn medestudenten hebben nooit in het onderwijs gewerkt. Toen was er geen werk en veel zijn er nadien getrouwd.
Aanvulling Frits:
De gehuwde werkende vrouw, dat was zeker in de jaren dertig een taboe. Vrouwen in overheidsbanen, dus ook het onderwijs, kregen ontslag als zij trouwden. Het beruchte verbod op gehuwde vrouwelijke onderwijzeressen en ambtenaressen werd overigens in 1946 tijdelijk, indien nodig, opgeheven vanwege het tekort aan vrouwelijke leerkrachten).
Van de andere kinderen zou Jan (Joannes) de zaak van mijn vader overnemen. Hij was al bezig met zijn opleiding toen hij op zijn negentiende kwam te overlijden. Volgens mij zat hij op een bakkersvakschool in de Quellijnstraat geloof ik, maar zeker ben ik daar niet van (aanvulling Frits: de school zat inderdaad in deze straat en wel op nummer 80, zie Geschiedenis Banketbakkers Vakschool, later De Berkhoff . Voor mijn vader was het een grote klap, want hij had helemaal op hem gerekend als opvolger, om de banketbakkerij over te nemen.
Mijn ander broer, Willem (Wilhelmus), die is naar het Seminarie gegaan om een opleiding tot priester gaan doen. Hij ging naar Uden en is Generale Overste (officieel: Magister generaal) van de Orde der Kruisheren geworden. Dat is niet zo'n heel bekende Orde, maar hij was al op jonge leeftijd, veertig was hij, tot die functie geroepen. Later hebben ze nog een parochie gehad in Geuzenveld.