Wat me na de inval van de Duitsers opviel, waren die vreselijke borden met de tekst: Verboden voor Joden. Je zag ze bij de cafés, bij de bioscopen en ook in het park. Daarna kwamen die oproepen voor de arbeidsdienst in Duitsland. Een neefje van mij moest ook, die woonde in Alkmaar. Hij vond dat maar niets en weigerde. Daarna is hij toen ondergedoken ergens in de Beemster. Maar hij is toch opgepakt. Hij was verraden en afgevoerd naar Duitsland. Lang, heel lang, hebben we niets van hem gehoord. Na afloop van de oorlog was mijn neefje nog steeds zoek. Of zoek is niet het goede woord, hij was verdwenen. De familie heeft er van alles van gedaan om uit te zoeken wat er met hem was gebeurd. Pas in september 1945 kregen we het bericht dat hij in het Kamp Neuengamme (even buiten Hamburg) was omgekomen. Dat was een soort strafkamp waar de gevangen ontzettend hard moesten werken. Even voor alle duidelijkheid, het was de zoon van de man van mijn zuster. Die trouwde met een man die al vier kinderen had.
Wat mij heel erg is bijgebleven, zijn de huizen aan de Tugelaweg. Daar woonden veel Joden die allemaal zijn weggehaald. Die woningen waren er op een bepaald moment vreselijk aan toe, er werd van alles uit die leegstaande huizen geroofd en gesloopt. In mijn herinnering ben ik er langsgelopen toen mensen net waren weggehaald. Bij de benedenwoningen kon je zo naar binnenkijken en soms zag je dat de pannen nog op het fornuis stonden. Ik ging er niet speciaal daarvoor naar toe, maar je maakte wel eens een ommetje en dan kwam je er langs.
In de straat woonden twee Joodse doktoren. Naast ons heeft een dokter Meijer gewoond, die was met een christenvrouw getrouwd. In het begin droeg hij wel de davidsster, later hoefde dat niet meer. Dokter Meijer is later naar nummer 17 aan het Oosterpark gaan wonen (en had daar ook zijn praktijk). Er was ook een dokter Kropveld en een dokter Van Minden. Die dokter Van Minden heeft nog een korte tijd bij ons in huis een kamer gehuurd en daar hiel hij zijn praktijk. Hij heeft mij zelfs nog voor de pokken ingeënt. Ik moet toen een jaar of vijf zijn geweest. Later kreeg hij een praktijk in de Tweede Oosterparkstraat 259.
Van het Joodse gezin dat naast ons heeft gewoond, weet ik eigenlijk niets. Ook van een ander gezin dat vlakbij heeft gewoond, kan ik mij niets herinneren. Wel weet ik nog iets van Frans Anink. Hij werd in 1944 gefusilleerd, het was een buurjongen. Waarom Frans is gefusilleerd, weet ik niet (zie hiervoor het verhaal: De broers Anink, aanvulling Frits)