Voor gedrag en vlijt een onvoldoende
Frappant dat sommigen zich nog hele episodes uit hun kleutertijd kunnen herinneren en zelfs hun juf voor de geest kunnen halen. Ik weet alleen nog dat we een grote zandbak hadden. Wel weet ik dat ik op de lagere school juffrouw Van Wijk had in klas 1 tot en met drie. In mijn geheugen een vrouw van zeker 1 meter 90 met een flinke boezem. Maar of dat echt zo is, betwijfel ik nu. Het staat me nog bij dat ik voor gedrag en vlijt in de tweede klas een onvoldoende kreeg. Ik zou teveel praten met André Landstra, die toen schuin tegenover mij woonde op de Zeeburgerdijk in een benedenhuis met een portiek met links de deur naar zijn huis en rechts een deur voor de drie bovenwoningen. Mijn rapport vertoonde in het derde jaar echter geen onvoldoende meer, want André was verhuisd.
Het poortje naar de Makassarstraat
Achteraf kan ik me dat heel goed voorstellen, want aan de andere kant van de muur van de huiskamer van de familie Landstra was een van de doelen getekend onder het eerste poortje, ingang van de Makassarstraat. Aan de overzijde was net zo’n groot doel getekend met krijt. Er kon maar één auto tegelijk onder het poortje door. Gelukkig waren er nog niet zoveel auto’s, zodat we er lekker met een bal konden spelen. Aan beide zijden was ook nog een smalle stoep van twee tegels, dus zestig centimeter plus stoeprand. Als we niet voetbalden, stond je daarop met een bal in je hand en konden kiezen uit twee spelletjes: koppen, wat me ‘mieten’ noemden, of ‘stoepranden’.
Een 'miet'
Waar ze nu op voetbaltrainingen veel aandacht aan besteden, leerden we elkaar automatisch onder het poortje. De meest krachtige kopbal maakte je door de bal op te gooien en dan scheef staand vanuit je nek met je hoofd tegen de bal te slaan. Ik kon het zowel links als rechts, maar rechts harder. Er waren verschillende tellingen. Maar je kreeg een ‘miet’ als je de bal drie keer had teruggekopt in plaats van gevangen. Dan mocht je halverwege een soort strafkop maken. Bij het stoepranden gooide je de bal tegen de stoep aan de andere kant van de straat. Was die raak dan kwam die terug en had je een punt. Je kreeg een extra punt als de bal zodanig vanaf de stoeprand terugkaatste dat je die meteen weer opving.
Zo kregen we met koppen en gooien een goed balgevoel. Alleen bleek het blijkbaar voor de familie Landstra te rumoerig, waardoor ik André niet terugzag in de derde klas van de Rijcklof van Goensschool.