Extraatjes als snoep en dat soort dingen, dat zagen we niet zoveel. Snoep kon je bijvoorbeeld kopen bij de Jamin op de hoek van de Pretoriusstraat en het Krugerplein (Jamin zat op nummer 13 van het Krugerplein). Een enkele keer mochten we voor de vrijdagavond van die vruchtensnoepjes kopen. Mijn moeder probeerde van de vrijdagavond altijd iets bijzonders te maken. Dan had ze een mooi schaaltje of schoteltje met daarop een koekje, meestal een jongetje, een chocoladeflik (want die waren echt lekker hoor) en dan ook van die vruchtensnoepjes van de Jamin. Dat was dan voor bij een kopje thee. Ze maakte er echt iets nets van, want de vrijdagavond moest de vrijdagavond blijven.
Op de vrijdagavond hadden we ook altijd fruit. Moeder kocht die vooral bij de straathandelaren: sinaasappelen, bananen of mandarijnen. Die kwamen op vrijdag allemaal door de straten van de Transvaalbuurt. Je wist meestal niet wat ze riepen, maar dat maakte niet uit. Er waren groenteventers, maar ook venters die alleen met fruit kwamen. Dat fruit was voor na de thee. Koffie dronken we toen niet.
De thee kwam om een uur of acht, met de lekkernijen.