Op de hoek van het Afrikanerplein en de Ben Viljoenstraat zat een sigarenwinkeltje. Daar verkochten ze ook boeken. Volgens mij heette die zaak “Lenie”. Voor mijn vader haalde ik daar wel eens een sigaar; een Willem II of een Ritmeester. Volgens mij kostten die sigaren toen een cent of drie per stuk.
Even verder op het plein (op nummer 48-50) zat bakker Van Dijk. Heel vaak kwamen we daar niet. Wel in de oorlogsjaren, omdat mijn moeder met hem kon ‘zwendelen met de bonnetjes’. Het was een niet-joodse bakker. (Opvallend is dat deze bakker wel heel veel adverteerde in het Nieuw Israëlitisch Weekblad. Maar een groot deel van zijn klantenkring was hoogstwaarschijnlijk wel joods! Aanvulling Frits)
Meestal haalde mijn moeder het brood bij Levisson, ’s morgens was dat. Levisson zat op de hoek van de Joubertstraat, Afrikanerplein nummer 1.
Later kwam bakker Ferwerda. (Dat was nadat bakker Levisson was ‘weggehaald’. Bakker Eliazer Levison woonde bij de andere locatie in de Blasiusstraat 113, boven de winkel. Aanvulling Frits Slicht). Ik denk dat we daar ook wel zijn geweest. Bij de een kwam je wat meer dan bij de ander. Als kind ging je trouwens daar heen, waar je naar toe werd gestuurd. Maar, zeker ’s morgens, voor lekker vers brood, ging mijn moeder toch echt naar Levisson.
Op het Afrikanerplein 9 huis had je ook nog het zaakje van Vuisje. Dat was een fourniturenzaak. Mijn moeder kocht daar nog wel eens linten. Linten om strikken van te maken, voor in ons haar. De eigenaar van de winkel was David Vuisje.