Verhuizen!

Mijn onderduikverhaal, deel 1

Verteller: Jaap Sitters Jaap Sitters
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Oosterparkbuurt, Transvaalbuurt, Van Musschenbroekstraat

Dag in, dag uit reden er vrachtauto’s met schreeuwende soldaten af en aan. Ik kon allen maar slapen met een deken over mijn hoofd.

Jaap Sitters Deze foto van Jaap Sitters is gemaakt op 18 december 2009.<br />De foto is ter beschikking gesteld door Marcel Prins, mede auteur van het boek Andere Achterhuizen.

Jaap Sitters Deze foto van Jaap Sitters is gemaakt op 18 december 2009.
De foto is ter beschikking gesteld door Marcel Prins, mede auteur van het boek Andere Achterhuizen.

Alle rechten voorbehouden

Toen de oorlog uitbrak had ik in eerste instantie niet goed door wat dit voor mij betekende. Pas toen mijn vriendje Jopie Hoefnagel meldde: “Jij moet van school af want jij bent een Jood”, begon ik te beseffen dat er iets aan de hand was. Te meer omdat hij mij ook nog eens keihard sloeg. Thuis was ik in tranen, ik vertelde het mijn moeder. Zij legde mij uit dat Jopie’s ouders van de NSB waren en dat ik als Jood maar niet meer met hem moest spelen.

In september 1941 moest ik inderdaad van school, ik moest naar een aparte Joodse school. We moesten ook ‘verhuizen’, in eerste instantie naar de Amsterdams Volkerakstraat, een paar maanden later naar de Van Musschenbroekstraat nummer 7 twee hoog. We kwamen te wonen tegenover de garage van de Grüne Polizei. Dag in, dag uit reden er vrachtauto’s met schreeuwende soldaten af en aan. Ik kon allen maar slapen met een deken over mijn hoofd. In het begin wist ik niet dat dit met de dagelijkse razzia’s te maken had en dat zij de opgepakte Joden naar de Hollandsche Schouwburg brachten.

Een paar maanden later moesten we opnieuw vertrekken. We gingen naar de Hertzogstraat 7 drie hoog. We woonden nu in een buurt met haast uitsluitend Joden die wisten dat het volgende adres Kamp Westerbork, Vught of Amersfoort kon zijn, waarna transport naar Duitsland zou volgen. Officieel om te werken, zo werd verteld. De verhalen wat er met de Joden stond te gebeuren, gonsden echter door de buurt.

Steeds vaker waren er razzia’s en verdwenen Joodse families. Woningen die op deze manier leeg kwamen te staan, werden in het begin weer snel bewoond. Maar steeds vaker gebeurde het dat de woningen leeg bleven. Er waren geen nieuwe Joodse bewoners meer.
---------------------------------------------------------------------------
Ga voor verhaal nr. 2 naar:

Mijn vader was een optimist

en voor verhaal nr. 3 naar:

Onderduiken
-----------------------------------------------------------------------------

Alle rechten voorbehouden

2673 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

Voorblad van het boek: Andere Achterhuizen Een prachtige en ontroerende verzaqmeling verhalen van onderduikers, zie ook de website: www.andereachterhuizen.nl. De website bevat afbeeldingen en gesproken tekst.

Voorblad van het boek: Andere Achterhuizen Een prachtige en ontroerende verzaqmeling verhalen van onderduikers, zie ook de website: www.andereachterhuizen.nl. De website bevat afbeeldingen en gesproken tekst.

Alle rechten voorbehouden
Nel van Metelen

onze buren 1943-1945

Ik woonde in de Jan Lievenstraat 66 te Amsterdam. Ik ben geboren in 1939, maar toch kan ik mij iets herinneren en door verhalen van mijn moeder. Onze bovenburen waren Joodse mensen. Mijn moeder noemde haar Tante Lexie. Iedereen werd meegenomen. Mijn moeder
moest haar zoontje naar beneden dragen. Na de oorlog kwam
Tante Lexie een sloop met spullen ophalen die zij bij mijn moeder
had achtergelaten. Heel vaak denk ik aan haar. Zal ze nu nog leven?
Misschien! Ik ben dagelijks bezig met de oorlog. Mijn moeder vertelde
ook dat een nederlandse politieman de huizen boven ons leeghaalde.
Jaren later kwam hij met een bekeuring voor mijn vader, want die had geen licht op zijn fiets (carbiet). Mijn moeder gooide dat verhaal naar zijn kop over het leeghalen van die bovenhuizen van de Joodse buren.
Hij droop af en ze hebben nooit de bekeuring betaald.