Omdat ik mij al jaren bezighoud met de historie van Betondorp, leek het mij zinvol aan de hand van deze databank een bescheiden publicatie te wijden aan de Joodse Betondorpers die aan de shoah ten offer zijn gevallen. Deze verschrikkelijke periode behoort - helaas - ook tot de historie van het dorp en mag daarom in de geschiedschrijving niet ontbreken.
De straatventers van Betondorp waren veelal van Joodse origine. Zij woonden meestal niet in Betondorp, maar zij bepaalden voor een niet onbelangrijk deel het vooroorlogse straatbeeld in het dorp. Over één van hen, een Joodse ijsventer, wil ik graag iets meer vertellen.
Hij was een rustige, sympathieke man en hij stond erop dat wij, kinderen van 13 of 14 jaar, hem tutoyeerden en hem bij zijn voornaam noemden; voor ons was hij duidelijk meer dan alleen maar een ijsverkoper. Na de Duitse inval hebben wij hem niet meer gezien en in de oorlogsjaren raakte de herinnering aan hem op de achtergrond.
Echter, kort na de oorlog heb ik hem één keer teruggezien; hij stond met zijn ijskar bij het Ajax-stadion aan de Middenweg, tussen het toestromende publiek. Wij herkenden elkaar onmiddellijk, wij hebben stilzwijgend de handen geschud, elkaar op de schouder geklopt en in alle drukte een gesprek vermeden. Ik zal dus nooit weten hoe hij de oorlog heeft kunnen overleven en wat hij heeft moeten doorstaan, maar zijn ogen spraken boekdelen. Daarin zag ik voor het eerst iets van de verschrikking die later onder de naam shoah bekend zou worden.