Na de President Brandschool ging ik naar de E.J. van Detschool op het Hortusplantsoen. Dat was een huishoudschool. Ik heb tot mijn veertiende op die school gezeten. Daarna ben ik gaan werken. Mijn eerste salaris was één gulden per week.
Mijn grootste hartsvriendin, ik noem haar mijn edelvriendin, was Miepie Franschman. Haar eigenlijke naam was Marianne, zij was de dochter van Lehman Franschman. Daar heb ik veel mee opgetrokken. Ik heb haar in de oorlog zien weghalen. Op een avond wilde ik nog even bij haar langs. Op dat moment stonden ze echter net klaar, met koffers en al, om te worden weggehaald. Zij woonde in de Christiaan de Wetstraat, nr. 16 huis. Miepie zei nog: ‘Ik kom terug hoor, daar zorgt mijn zuster wel voor’. Die zuster was gemengd getrouwd, maar het heeft niet geholpen. Ik heb Miepie nooit meer terug gezien.
Een heel ander soort vriendin was mijn Opoe. We waren echt dol op elkaar. Ik was het eerste kleinkind dat werd geboren. Mijn opoe heette Kaatje Suesan (haar meisjesnaam was Blog), ik ben naar haar vernoemd. Ik was veel bij haar. Mijn opoe woonde op de Nieuwe Prinsengracht, nr 58 driehoog.
Tijdens de oorlog ben ik gaan werken in de Uilenburgerstraat., bij Jansen en Neuman, tegenover Asscher. Na mijn werk ging ik vaak even bij haar langs. Maar op een zekere avond kwam ik helemaal voor niets, zij was weggehaald door de Duitsers. Het was alsof mijn wereld instortte. We hadden het al vaker over de razzia’s en de transporten gehad. Maar ze zei altijd: ‘Wees maar niet bang hoor, ik ga gewoon de hele dag aardappels schillen, ik kan dat toch goed.’ Mensen wisten niet anders dan dat je moest gaan werken.
Voor alle verhalen: Katharina Blog-Suesan inhoudsopgave