Aan de Tugelaweg langs de onderdoorgang naar het Beukenplein, waar nu een speelveldje voor kinderen is, stond een schuilbunker. Volgens mijn vader was er ook een op het Krugerplein. In die bunkers konden mensen schuilen tijdens luchtaanvallen van de Engelsen die Duitse doelen zochten in de stad. Een van die doelen was het Carlton Hotel, daar hadden de Duitsers hun onderkomen. Bij de bomaanval kwamen tientallen Duitse officieren om het leven. De Engelsen waren getipt door het verzet en de ondergrondse. Ook waren er soms gevechten tussen Engelse Spitfires en Duitse Messersmits.
In het Oosterpark stonden Duitse legervoertuigen aan de kant van de Linnaeusstraat, half ingegraven. De uitgegraven aarde was als een talud om de auto`s heen gestort. Het Amstelstation was gesloten met een ijzeren hek en er reden geen treinen meer. ‘s Nachts als ik in bed lag hoorde ik de bommenwerpers overkomen. Ze gingen richting Duitsland om hun bommen last af te werpen. Het was een zeer zwaar dreunend geluid in je gevoel ging het de hele nacht door, de ramen en andere dingen trilde er van. Het gaf zo`n beangstigend gevoel.
Er stonden ook op meerdere plekken wachterhuisjes. Een van de weinige die bewaard is gebleven staat op het kruispunt Middenweg / Veeteeltstraat, in een klein plantsoen, bij een electrohuisje, staat een van roodsteen opgetrokken huisje. De Duitsers controleerden daar de weg naar ’t Gooi.