Een woonplaats vinden in Amsterdam is niet gemakkelijk, ook nooit geweest. Maar je leert er een hoop van, van onderhandelen tot verbouwen. Ik zit nu alweer een tijdje in hetzelfde huis hier op de Vrolikstraat, maar hiervoor heb ik op verscheidene plaatsen in Oost gewoond: op de Dapperstraat in de jaren zeventig, in kraakpand ‘de Blaaskop’ op de kop Ruischstraat / Blasiusstraat en in de vroegere sigarenfabriek op de Vrolikstraat (nummer 297). Op de Dapperstraat woonde ik boven iets dat eerst slagerij André was, later een Islamitische slagerij werd en nu iets duisters is, een telefoonwinkel of zo. Van daar uit verhuisde ik naar ‘de Blaaskop’, dat een aantal jaren bleef staan ondanks de slopende instelling van wethouder Schaeffer.
Na de ontruiming heb ik mijn geluk beproefd op het platteland. Ik ging in Drenthe wonen naast een geitenboerderij en verkocht de geitenkaas aan natuurwinkels, onder andere in Amsterdam. Via deze contacten hoorde ik van de vroegere sigarenfabriek waarvan ik de sleutel kon krijgen. Ploeterend door het water en de stront van toeristen kwam ik zo weer in Amsterdam-Oost terecht. Vanaf de balken van de uitbouw in de tuin begon ik aan de vloer en zo bouwde ik langzamerhand verder. Uiteindelijk ben ik verhuisd naar deze kant van de straat, vooral omdat de zon hier echt ideaal is. Van ’s ochtends vroeg tot 's middags laat staat hij hier pal in de tuin. Mensen die aan deze kant wonen gaan er ook echt niet zo snel meer weg - ik ook niet.