Ik heb niet zoveel herinneringen aan Betondorp. We kwamen er in 1940 wonen, te klein en te kort in een hoekhuis in de Veeteeltstraat. Ik speelde daar met mijn buurmeisje Elly Looier (haar naam ben ik in 2005 op www.Schoolbank.nl tegengekomen). Zij zat op de Frankendael Mulo in de Watergraafsmeer, waar mijn broer en zuster en ik ook nog opgezeten hebben. Op een dag mocht ik mijn vader niet meer op weg naar z’n werk, het Muiderpoortstation, naar de andere hoek van de straat brengen. Het was toen 10 Mei. "Nu is het oorlog", werd mij gezegd. Ons badcel werd ingericht als ‘schuilhok’. De ramen moesten met repen plakband, in rastervorm beplakt worden, om bij eventuele bombardementen de scherven bij elkaar te houden. Let wel, zelfklevend tape bestond toen nog niet, je moest het zelf met water nog nat maken. Wat een geklieder!
Wat wel frappant is, als ik nu 's morgens vroeg de vogeltjes hoor fluiten, moet ik altijd aan Betondorp denken. Ik vermoed dat ik toen voor het eerst bewust vogeltjes gehoord heb. Daarvoor woonden wij op de Van Swindenstraat. Die was voor toentertijd al erg druk met tramlijn 26. De stilte in Betondorp was één van de redenen dat mijn moeder weer heel snel wou verhuizen, naar een wat meer levende buurt. Dat en het feit dat het huis erg vochtig was. Mijn vader was intussen overgeplaatst naar Soestduinen, maar daar wonen wat in verband met de oorlog en het vliegveld daar niet aan te bevelen. Dus ging ik met mijn moeder mee op huizenjacht. Dat was in die tijd niet zo moeilijk. Je kreeg drie weken gratis huur of nieuw behang van de huisbaas als je a.u.b. maar kwam huren. Dat is nu niet meer voor te stellen. Het werd, na veel bekijken, de Indische Buurt.
De stilte van Betondorp
Ik hoorde toen voor het eerst bewust vogeltjes zingen.
2907 keer bekeken