In Bloemendaal had Marianne twee poezen, Mario 1 en Mario 2. Met Mario 1 had Marianne iets niet zo leuks meegemaakt. Op een dag deed hij heel raar. Hij kwam vanuit de tuin heel hard de woonkamer in stormen en rende daarna weer hard de tuin in. Een paar uur daarvoor deed Mario 1 ook al heel raar. Die avond kwam er iemand aan de deur. Hij had Mario gevonden in een waterputje. Dood. Heel zielig. Mario 2 leefde nog, gelukkig.
Toen Marianne op haar zelf ging wonen, wou ze wel een poes maar ze dacht dat het heel veel werk was. Maar op een dag kwam ze thuis en zat er een hele lieve poes voor de deur. Marianne dacht: die lust vast wel wat eten. Het bleek een hele lieve en hongerige weggelopen kat te zijn. Ze vond het zo’n lieve poes dat ze niet echt een hele zoekactie is begonnen naar het baasje van de kat. Toen ze de poes ongeveer vijf jaar had, kwam er een kindje, Catalina. Marianne gaf de baby veel meer aandacht en dus werd de poes een beetje jaloers. Toen Catalina twee jaar was werd de poes ziek. Op het laatste moment kreeg ze wel veel aandacht, maar het was al een beetje te laat. De poes was dood gegaan (snik) en Marianne heeft haar begraven in haar volkstuin. Ze heeft nog steeds een beetje spijt dat ze de poes niet genoeg aandacht gegeven had.
Nu heeft ze weer twee poezen, Sammie en Poesie. Sammie is een kleine tenger speels poesje en Poesie een dikke slome lieve kat. Marianne weet bijna zeker dat ze haar hele leven met poezen zal blijven leven!
Marianne houdt van poezen
Mariannne leeft al haar hele leven met poezen. Waarom ze houdt er zo van houdt? Dat kun je hier lezen...
3507 keer bekeken