Altijd maar weer dat schelden!

Verteller: Jaap Meents. Jaap Meents
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Transvaalbuurt

Wij konden op driehoog helemaal horen dat hij met die buurman stond te bakkeleien.

Linnaeusstraat 121. Politiebureau. Rechts: een gedeelte v/h Sportfondsenbad, Fronemanstraat 5. Bron: Beeldbank, SAA.

Linnaeusstraat 121. Politiebureau. Rechts: een gedeelte v/h Sportfondsenbad, Fronemanstraat 5. Bron: Beeldbank, SAA.

Alle rechten voorbehouden

Wat ik vroeger (en nu ook nog hoor) erg vervelend vond, was dat gescheld omdat wij van joodse afkomst zijn. Zo werd mijn vader, het was nog maar kort na de oorlog, regelmatig uitgescholden voor ‘ouwe rotjood’. Vooral twee jongens die bij ons in de buurt woonden (in de buurt van de Danie Theronstraat), hadden daar een handje van. Nadat mijn vader dat een keer heeft verteld, heb ik ingegrepen. Ook al waren die jongens een jaar of zestien en ik nog maar dertien of veertien. Die twee jongens waren altijd op de fiets. Voordat mijn vader er iets aan kon doen, waren zij al weg.
Meestal gebeurde dat als hij met zijn kar op het Afrikanerplein stond. Ik ben een eindje verderop gaan staan om ze op te wachten. Toen ze op hun fiets voorbijkwamen, ben ik bovenop ze gedoken. Ik was in die tijd zo lenig als wat. Eén was er direct al weer weg, die andere heb ik een behoorlijk pak slaag gegeven. We hebben ze nooit meer horen schelden.

Toenemend antisemitisme

Na de oorlog nam het antisemitisme snel weer toe. Er werd veel gescholden, ook op school. Sommige buren deden ook wel mee. Gerrit, mijn oudste broer, heeft nog wel eens met één van de buren gevochten. Iemand die naast ons woonde, op één hoog, had hem uitgescholden. Wij konden op driehoog helemaal horen dat hij met die buurman stond te bakkeleien.
Dat schelden gebeurde overal, niet alleen op straat maar ook in de bus. Natuurlijk waren wij wel erg fel, ik in ieder geval. Als er maar iets over de joden werd gezegd, dan dook ik er bovenop. Ik ging er direct op af. Laat ik een voorbeeld geven. Toen ik ging werken, bij Emmerich in Diemen, ging ik met de bus. Dat waren toen nog van die groene bussen. Op weg naar huis kwam de kaartverkoper voor mijn buskaartje. Er werd toen een opmerking over ‘het jodenvolk’ gemaakt. Dat heb ik toen niet genomen. We reden toen net in de Linnaeusstraat bij het politiebureau. Maar hij lag wel languit, gestrekt in de bus.

-----------------------------------------

Dit is verhaal nr. 8 uit een serie van 34 verhalen verteld door Jaap Meents.
Voor verhaal nr. 9 ga naar Een onhandelbaar kind

Wilt u een overzicht van al zijn verhalen klik dan linksboven op de naam van de verteller Jaap Meents.

Alle rechten voorbehouden

955 keer bekeken

2 reacties

Voeg je reactie toe
Arnold Labrie

antisemitisme

Ik bewonder de moed van u (zo jong!) en uw familie om die lieden van repliek te dienen. Ook al zal het vooral zijn voortgekomen uit domheid, het gedrag van die mensen is walgelijk. En helaas hoef je ook nu weer niet lang op internet te zoeken om dat soort uitingen tegen te komen. 

mar selderijk-box

Altijd maar weer dat schelden...

Schokkend om dit te lezen..Wij woonde op het Afrikanerplein (10 jaar oud) en ik had geen idee dat het antisemitisme zó ernstig was.... Wat een wereld.....