Moeder Ira heeft vier kinderen, twee jongens en twee meisjes. Het zijn goede kinderen, ze houdt veel van ze. Hoe gaat het met ze?“ Nu is het soms nog moeilijk, de kinderen hebben leeftijden tussen puber en adolescent. Op weg naar volwassenheid geeft iedere periode zo zijn eigen probleempje’’. "Je komt uit Indonesië? ‘’Ja. Ik trouwde een Nederlander. Ons eerste kindje is geboren in Djakarta. We waren gelukkig. Maar in 1991 wordt mijn man ernstig ziek. Op doktersadvies wordt hij in Nederland opgenomen in een ziekenhuis in Assen. ”Wat deed jij toen? “ Ik bleef alleen achter met mijn baby. Maar ik ben al na een maand naar Nederland gekomen. ”Hoe ging dat?‘’ "Eerst gingen we in Oosterwolde wonen. Vanwege werk verhuisden we naar Amsterdam. Daar is woningnood dus kraakte mijn man een huis. Wat later wees de rechter ons een woning toe in de Wijttenbachstraat, waar ik nu nog woon”. De kinderen groeien op in Oost ."Ben je gelukkig als het met je kinderen goed gaat? ‘’ "Vaak zou ik wat strenger moeten zijn” vertelt ze. Hoe is Amsterdam?“ "In 1998 wordt mijn man weer ziek. Gelukkig wonen we in Amsterdam. Hij heeft huidkanker en overlijdt op 26 januari 1999”. Ira, die inmiddels Nederlands spreekt, wacht een zware taak. "Hoe kon je dat verwerken?" “Mijn man ligt begraven op Zorgvlied. Mijn mans familie begrijpt mijn Indonesische rituelen rond het graf van een dierbare niet. Ik ervaar cultuurverschillen. Er ontstaat wrijving, maar gelukkig heb ik wel goede Nederlandse vrienden”. Ben je gelukkig in Oost?“ De oudste jongen van 22 jaar studeert aardwetenschappen en het oudste meisje geneeskunde. De jongste geeft wat moeilijkheden; hij heeft een gesloten karakter. Ik moet op zijn levenswijze letten. Ik ontvang hulp van instanties en hoop dat hij goed opgroeit. Ik ben niet ongelukkig, wel vaak bezorgd om de kinderen”. Ira hoopt op een rustigere toekomst.
Vaak zou ik wat strenger moeten zijn
Van Djakarta naar Amsterdam
Ira en haar man komen door omstandigheden in Nederland wonen
108 keer bekeken