Nog meer herinneringen aan de Indische Buurt (14)

Schuur
Ongeveer 2 jaar ben ik bij de padvinderij geweest bij de groep op de Kruislaan, achter de voormalige blindegeleidehondenschool. Daarna ben ik gaan werken in de houthavens. In die tijd overleed mijn oma en daarom verhuisden wij naar de Boetonstraat 12 hs., een huis met een tuin waarin een schuurtje. Maar het schuurtje bleek helemaal verrot te zijn. In de haven was ook een depot van Riedel glashandel en daar kon ik goedkoop houten kratten en planken kopen. Ze brachten dat hout naar de Boetonstraat, waar de buren wel vreemd van zullen hebben opgekeken. Maar wij hadden tenminste een nieuwe schuur, waar wij aquaria enz. in konden zetten.

Baden in het badhuis
In de huizen in de Soembawastraat en de Boetonstraat waren geen douches of ligbaden. Dus werd je als klein kind gewassen in een teiltje met water dat op het aanrecht stond. Toen ik wat ouder was ging ik naar het badhuis op het Javaplein waar je, nadat de volwassenen in bad geweest waren, terecht kon. Vooral op vrijdag en zaterdag moest je vaak wachten net als bij de kapper.

Knippen en scheren
Voor knippen en scheren ging je naar de kapper aan het eind van de Soembawastraat hoek Ternatestraat schuin t.o. de fietsenzaak van Moffie. Het was een eenmansbedrijfje. Ook daar werden de volwassenen op vrijdag en zaterdag eerst geholpen voordat de kinderen aan de beurt kwamen.

Van Oost naar Laren
Na een hersenbloeding werd mijn moeder opgenomen in Zonnestraal (Laren). In de weekeinden gingen wij op bezoek en hoorden we hoe het ging met de revalidatie. Mijn vader had een motorfiets, ik had m’n eerste brommer, oude van de ‘Rijkspoll’een H.M.W. We vertrokken tegelijk, hij met mijn broertje achterop en ik alleen. Hoe hij reed weet ik niet, maar ik reed over de Amsterdam Rijnkanaaldijk, via Muiden, Naarden en Bussum naar Zonnestraal en arriveerde als eerste. Mijn vader arriveerde een kwartier later en vroeg hoe hard ik gereden had. 80 Km ? Ik ontkende dat maar hij wilde het niet geloven. Ik kon echter met mijn brommer stukken afsnijden, waar hij niet mocht rijden en hij om moest rijden.

Oliebollen
Voor het bakken van de oliebollen voor Oudejaarsavond werden er al vroeg voorbereidingen getroffen. Het meel, de krenten en rozijnen werd al dagen van tevoren ingekocht en indien men geld had, gember. En natuurlijk de goudrenetten. Mijn moeder was anti-alcohol maar voor het beslag moest er bier in huis wezen, want met gist ging het te langzaam. Het beslag stond met of zonder krenten of rozijnen te rijzen in de pan, terwijl wij de appelen schilden. De schijven moesten heel blijven. ’s Middags en ’s avonds bakten we dan oliebollen, gemberbollen en appelflappen. Door de hele buurt rook je de zoete lucht van de olie en suiker. En ’s avonds had je daardoor geen trek meer in warm eten.

••••••••••••••••••••••••••••••••••

► Nog meer herinneringen aan de Indische Buurt◄

11 - Over muggen, geluidsoverlast en hechting in het Burgerziekenhuis
12 - De kersttijd in mijn jeugd
13 - Over militairen van Zeeburg, ontploffingen in de kruitfabriek en gastarbeiders
14 - Over het badhuis, de kapper, Zonnestraal en oliebollen
15 - Over Kamp Zeeburg, Zomerlust en konijnen
16 - Over huisartsen, kippenbruggetje en ijstijden
17 - Over Poolse paarden, de scharensliep en kaantjes
18 - Over kalk en levertraan, snert en asfalteren
19 - Over een dagje uit, reclamevliegtuigen en gratis vis
20 - Over Kersttijden, luchtfietsen en schoolreisjes