In het verhaal Gedenksteen voor Heiman Barnstein wordt gesproken over de verdiensten van Heiman Barnstein. Maar er val nog wel meer te vertellen over deze huldiging.
Ondanks de stromende regen waren er velen gekomen om bij deze huldiging aanwezig te zijn. De bijeenkomst . De bijeenkomst werd geleid door de voorzitter van de Commissie die deze huldiging mogelijk had gemaakt. De heer De Vries heet iedereen welkom. Hij betreurt het slechte weer, waardoor mogelijk velen teruggehouden heeft de plechtigheid bij te wonen. Maar het feit dat er ondanks het bar slechte weer zo ‘velen verenigd zijn’, doet hem goed en bewijst in zijn ogen dat deze huldiging terecht georganiseerd is. Hij dankt de vele bestuurders van de diverse verenigingen waarvan Heiman Barnstein lid is geweest of bij betrokken is geweest.
Hij betreurt het dat de weduwe Barnstein door ziekte niet aanwezig kan zijn. Daarnaast dankt hij een zoon en een broer van Heiman Barnstein dat zij de gedenksteen willen onthullen.
Tijdens deze huldiging was er ook aandacht voor cultuur. Cultuur, opvoeding en ontwikkeling waren belangrijk in het denken van Barnstein. Niet zo verwonderlijk dus dat er ook muziek en zang was. Er werd opgetreden door de mannenzangvereniging “Transvaal”. Dit koor, bestaande uit vooral bewoners van de Tugelaweg-blokken, zong twee liederen. Heiman was erelid. Het eerste lied was het “Ecce quomodo moritur" (Zie hoe de rechtvaardige sterft), een compositie uit de 16e eeuw, welke bij gelegenheden als deze gezongen werd.
Aan het slot van de bijeenkomst werd het “De Gravers", een gedicht van Adema van Scheltema en door Isr. J. Olman getoonzet, gezongen. De voordracht maakte op de aanwezigen grote indruk.
Daarna volgden nog twee korte slotwoorden waarin een ieder die deze huldiging mogelijk hadden gemaakt werden bedankt.
“De plechtigheid, die vooral ook door haar eenvoud trof, was hiermede' ten einde. De nagedachtenis van den stoeren werker, die wijlen de heer Barnstein was, is op eene wijze, hem volkomen waardig, gehuldigd.”
Voor de inhoudsopgave van de verhalen zie:
Heiman Barnstein